Een man was in de buurt van het huis van Toon T.A. met zijn kar vastgereden in de modder. Opeens kwam er een man voorbij, die de kar met één hand uit de modder trok.
In Pepingen woonde vroeger een toveres. Een man raakte altijd klem met zijn kar wanneer hij voorbij het huis van die vrouw reed. Wanneer de vrouw dan naar buiten kwam, kon de man weer moeiteloos voort met de kar.
Niemand durfde 's avonds voorbij de duivelsstenen te komen. De stenen kwamen uit Kortessem. Toen een man de stenen op een dag probeerde te vervoeren, reed de kar vast in het moeras, zodat de man alle stenen op de grond moest gooien. Op die stenen…
Koob was vastgereden met de kar. Toen de mensen uit de buurt aanboden om Koob te helpen, stuurde hij iedereen weg met de woorden: "Ga maar naar huis, ik raak er wel uit." Toen de mensen weg waren, kon Koob weer verder met de kar. De man bezat…
Een man raakte met paard en kar vast in de modder. De man wilde alle goederen al uit de kar laden, toen er een vrouw voorbijkwam en zei: "Nu zal het wel gaan". Het volgende ogenblik trok het paard de kar moeiteloos uit de modder.
Een voerman ging te rade bij een vrouw uit de buurt omdat zijn paardenkar was vastgereden. De voerman wist niet dat die vrouw over bijzondere krachten beschikte. De heks zorgde ervoor dat de paarden onmiddellijk weer voort konden.
Een man die met een kar vol koren naar Bree moest, reed vast in de heide van Helchteren. Een boer die wat verderop aan het werk was, zei: "Als je mijn os niet voor je kar spant, dan zal je hier niet meer weg geraken". Daarop antwoordde de man: "Als…
Enkele mensen die in Vechmaal met een kar meel voorbij het huis van een heks reden, konden niet meer verder. Omdat de kar was vastgereden, moesten ze al het meel eraf halen.
Een man die met paard en kar onderweg was, kon plots niet meer verder. In een nabijgelegen veld was een oud vrouwtje aan het werk. Omdat zijn kar was vastgereden, ging de man naar het vrouwtje en vroeg: "Hoe komt dat? Gebeurt dat hier vaker?" …
Toen de dorsmachine was vastgereden op het veld, slaagden de drie sterkste paarden er niet in de machine los te trekken. "Het zal niet lukken", had een vrouw uit de buurt gezegd, die in het deurgat stond te kijken. De vrouw kreeg gelijk. De volgende…
Mensen die in een hoeve in Sint-Lambrechts-Herk woonden, waren er steevast van overtuigd dat het een slecht voorteken was wanneer er een kar met twee paarden vóór hun huis vastreed. Toen dat op een dag weer was gebeurd, waren de mensen doodongerust.…
Ter gelegenheid van de kermis in Bekegem, brachten enkele mensen met een kar een orgel naar het dorp. Toen de kar vastzat in het zand, groef de pastoor een klein geultje en zei dan: "Vooruit, rijd maar". De kar kwam zonder problemen in beweging.…
Een man had een zandkuil waar de dorpsbewoners hun kar vol zand kwamen laden. Wanneer de man zelf niet aanwezig was, gebeurde het echter vaak dat er een kar vastraakte in het zand. Alleen de man wist immers waar de stabiele plekken waren. Op een…
De kar van een boer was vastgereden op het ogenblik dat er een heks voorbijkwam. Toen de boer met een stok op de spaken van het wiel sloeg,riep de heks: "Hou maar op met slaan; ik zal je laten verdergaan!" Daarna kwam de kar moeiteloos in beweging.
Butjens was de overgrootvader van een heks. Omdat Butjens erom bekend stond dat hij een vastgereden kar makkelijk kon los trekken, deed men vaak een beroep op hem. In Wallonië ging Butjens altijd helpen bij de oogst. Op een dag werd hij ook daar …
Op Koles woonde vroeger een heks die een café had. Wanneer men daar met de kar voorbijkwam, moest men er een glas gaan drinken, want anders raakte men verdwaald of reed de kar ergens vast.
E. ging samen met zijn knecht het veld bemesten. Toen ze wilden vertrekken, zat het achterste wiel van de mestkar echter vast in een put. Daarop kwam de buurvrouw naar buiten en sprak: "Zitten jullie vast? Dommeriken! Rijd toch verder!" Toen de…
Een voerman uit Brugge had iets naar Oostende gebracht en hij had zijn paarden op 't Oazegras laten eten. Daarna vertrok de man opnieuw naar Brugge. Onderweg reed de kar voorbij de blauwe sluis echter vast op een eenzame donkere weg. De man durfde…
Een jongeman uit Dilsen was met zijn kar vastgereden. Omdat het paard niet meer verder kon, moest de jongen terug naar huis. Een geestelijke zorgde ervoor dat het paard weer verderliep.
Wanneer men met paard en kar voorbij het huis van Betje reed, raakte de kar altijd vast. Men moest dan roepen: "Betje, kan jij ons soms niet helpen?" Daarna kwam de kar weer in beweging.
Betje zocht ook vaak ongedoopte kindjes op om hen kwaad te…