Op het Vondelbekekasteel op de weg naar Kortemark spookte het. Men hoorde er altijd een geklop en niemand durfde gaan kijken. De vroegere bewoners hadden tien kinderen, van wie er zes ongelukkig waren. Nadat men in Halle was gaan dienen, was de…
Een dronkaard was getrouwd met een rijke vrouw. De vrouw was erg ongelukkig omdat haar man al haar geld uitgaf aan drank. Toen de man op een avond weer dronken thuiskwam, sprak de vrouw: "Ah, ben je daar weer? Ik zou beter Lange Jeanne eens roepen…
Op een boerderij had men acht kinderen. Omdat die kinderen allemaal stierven ofwel ongelukkig werden, ging men te rade bij een geestelijke. Nadat men een bedevaart en een noveen had gedaan, is er nog één kind geboren, dat wel gezond is gebleven.
De dochter van een toveres wilde trouwen of in het klooster gaan, maar ze mocht niet van haar moeder. De moeder sprak tot haar dochter: "Ik zal ervoor zorgen dat je dat niet kan". De dochter was ongelukkig en kreeg kromme handen.
Een jongen van acht of negen jaar oud was door de kwade hand geraakt. Een oude vrouw kwam iedere dag met haar dochter bij de familie van de jongen op bezoek.
Op zekere dag ging de broer van de jongen te rade bij de paters. De geestelijken…
In Poperinge woonde een helderziende die geboren was op Goede Vrijdag. Mensen die op die dag waren geboren, waren ofwel extreem gelukkig, ofwel extreem ongelukkig. Die man heeft veel dieren genezen. Toen op een boerderij een dier ziek was, slaagde de…
Een zwangere vrouw werd iedere avond door de maar bereden tot ze helemaal bezweet was. De vrouw kreeg een lastig kind en beweerde dat de maar daar had voor gezorgd.
Vroeger waren er in Avelgem tijdens de winter altijd overstromingen. Toen een jager met zijn bootje onderweg was, kwam hij een oude vrouw tegen, die vroeg of ze een haas mocht hebben. De jager weigerde en zei: "Je denkt misschien dat je mij kwaad kan…
van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962
Met zijn kameraad was hij een keer in Grolle in een café. Daar waren twee Grolse jongens die altijd probeerden hen op hun tenen te trappen als ze aan het tafeltje zaten. Zijn kameraad dacht nog: de jongen die het lukt op zijn tenen te trappen zal…
Helmdragers, zijn kogelvrij en kunnen in de toekomst kijken. Als de helm begraven was dan waren zij gelukkig, anders niet. Vroeger werd er veel geld betaald voor zo'n helm.
Mensen die met de helm geboren waren, waren kogelvrij. Die hoefden in een oorlog niet bang te zijn. Ze hadden ook een waarzeggende geest. Als de baakster de helm op de verkeerde plaats zou begraven, zou het kind zijn leven lang ongelukkig zijn.
Als iemand met de helm was geboren, dan kon die meer dan een ander. De helm moest in de haard begraven worden en langzaam versmeuken. Anders waren die kinderen ongelukkig.
Die met de helm zijn geboren, hebben een gaatje in hun nek waar je ze aan kunt herkennen. En ze waren kogelvrij. Als de kraamverzorgster de helm meenam, dan waren ze voor altijd ongelukkig. Maar als de helm bij de mens zelf bleef, was er niks aan de…
Een vrouw die kon toveren, zo had ze bijvoorbeeld de boom achter haar huis laten verwelken. Er was ook een kindje en die had ze ook betoverd. Die was helemaal ongelukkig. Toen ze naar de dominee gingen, zei hij dat hij niet wist wat te doen. Ook de…
Vroeger waren er mensen die konden toveren. Toverkatten werden ze genoemd, omdat ze zich konden veranderen in een kat. Ze konden er niet op schieten, maar als ze er zilver op deden dan werden ze krom.