Een paar heren vraagt een boer die aan het ploegen is of hij weet waar sterke Nicolaas woont. Dat weet de boer wel. Hij pakt de ploeg op, met ossen en al, en wijst de heren daarmee de weg.
Op een boerderij zag men altijd een doodskeers. Op een dag kwam een man naar de boerderij omdat hij de doodskeers eens wilde zien. "Je mag niet wijzen", had de boer hem gezegd. Toen de man de doodskaars zag, riep hij opgewonden: "Daar is ze!" en stak…
Een stalkaars was de ziel van een ongedoopt of een ongeboren kind. Als men naar een stalkaars durfde wijzen, dan hoorde men even later een bonk op de deur.
Een man die twee of drie kleine kinderen had,was voor zijn zieke vrouw naar Scherpenheuvel geweest. Toen de vrouw dood was, ging de man naar Maastricht. Hij had die bedevaart destijds immers beloofd opdat zijn zieke vrouw zou genezen. In plaats…
Stallichten waren de zielen van ongedoopte kinderen die kwamen vragen om iets te doen. Wanneer men naar een stallicht durfde te wijzen, kwam het op de top van je vinger zitten.
Een schoenmaker was tijdens een wandeling in het bos in slaap gevallen. Toen de schoenmaker wakker werd, zag hij allemaal kaboutertjes rond zich dansen. "Je moet niet boos zijn", spraken de kaboutertjes, "we hebben eten bij. Eet maar mee!" Na het…
Een boer uit Vlazendaal werd op een nacht wakker omdat er werd aangeklopt. De boer deed de halve deur open en zag twee mannen staan. Eén van de mannen vroeg: "Mijn vriend, zou je ons de weg naar Anderlecht kunnen wijzen. Je hoeft niet bang te zijn".…
Stalkaarsen waren lichten die men 's avonds in de stal of op het veld zag, en die de mensen volgden. Sommigen geloofden dat stalkaarsen de zielen waren van mensen die na hun dood waren teruggekomen omdat ze nog iets moesten zeggen. Men mocht niet…
Naar stalkaarsen of dwaallichten mocht men niet wijzen, want dan kwam het licht naar de persoon door wie het was uitgedaagd. Sommigen beweerden dat dergelijke lichtjes teruggekeerde heksen waren; volgens anderen waren het de zielen van ongedoopte…
Een man die zijn familie ging opzoeken, raakte verdwaald. Na een tijdje kwam de man een oude vrouw met een kapmantel tegen aan wie hij de weg vroeg. "Het is langs daar", zei het vrouwtje. Enkele minuten later wist de man weer waar hij was.
Twee mannen die op een avond terugkwamen van Merchtem, zagen op de Kouter een stallicht. Eén van de mannen sprak: "Als je geen kwaad hebt gedaan, dan mag je naar een stallicht wijzen. Als je wel iets hebt gedaan, mag je dat niet doen, want dan kan de…
Mensen die plat lagen, konden door de maar worden bereden. Zonder de deur te openen, kwam de maar binnen en greep haar slachtoffer bij de keel. Wie door de maar werd bereden, probeerde te roepen, maar er kwam geen geluid. Om zichzelf tegen de maar te…
Op de steenweg in Overrepen dwaalde een weerwolf rond. Het beest liet zich dragen naar voorbijgangers, die precieze aanwijzingen kregen over de plaats waar ze naartoe moesten gaan. Wanneer de weerwolf op zijn bestemming was, liet hij zijn…
Een vrouw die een ring was kwijtgeraakt, ging te rade bij een waarzegster. De waarzegster sprak tot de vrouw: "De ring zit in een ijzeren doos in de linkerhoek van een oude kleerkast. Je moet goed opletten, want de ring is ingepakt. Je hebt die ring…
Een jongen die de bende van Pollet in zijn huis had zien inbreken, had gezien dat één van de rovers een stokje vasthield. Na de inbraak kwam de veldwachter van Poperinge de jongen twee stokjes tonen en hem vragen wat voor stokje het was. Na die…
Een Belg die soldaat was geweest in Frankrijk, zat in café 'Het Katje' te pochen dat hij voor niets meer bang was. In het kader van een weddenschap nam Frans de uitdaging aan om in een bespookte boerderij te gaan overnachten. 's Avonds begon Frans…
In sommige gebouwen kon men niet binnengaan omdat het er spookte. In de toren van de Witheren in Nieuwpoort, die ook wel de Duivelstoren wordt genoemd, kon tijdens de oorlog geen enkele soldaat binnengaan. Iedereen werd terug naar buiten gegooid. Die…
Als men een doodkeers zag, mocht men zijn deur niet openmaken. Men mocht ook niet naar het licht wijzen, want anders kwam het naar de persoon door wie het was uitgedaagd.
Een jongen liep plots overal tegenaan omdat hij niet meer kon zien. De moeder van het jongetje geloofde dat haar zoon was betoverd. De volgende dag ging de moeder samen met haar zoontje en nog enkele andere vrouwen op bedevaart naar Scherpenheuvel.…
Een man kwam 's nachts tot zijn grote schrik een vrouw tegen, die vroeg: "Kan je mij de weg naar Brussel wijzen? Als je het niet zegt, dan neem ik je mee".