Enkele rijken mensen uit Maastricht waren met hun paardenkoets in Maastricht en in Canne door een processie gereden. Toen er plots een onweer opstak, zijn de mensen met hun koets in de Valleberg, een mergelberg, gereden. Net op dat ogenblik sloeg…
Een kasteelvrouw en kasteelheer die met de paardenkoets naar Poperinge reden, vielen met hun wagen in de Madeleneput. Men heeft hen nooit meer teruggevonden.
De mensen geloofden dat die put zo diep was, dat men de bodem nooit zou kunnen zien. Na de…
Vroeger zou er een onderaardse gang bestaan hebben, die het Tempelhof in Slijpe verbond met de Duivelstoren in Nieuwpoort. Men vertelde dat de Tempeliers met hun paardenkoetsen door die gang reden.
Een echtpaar had gezien dat er op de Genkersteenweg een kistje van een koets was gevallen. Toen de man het kistje had opgeraapt en had gezien dat het vol geld zat, zei hij: "Die mensen zullen dat kistje komen terugvragen". Daarop antwoordde zijn…
Bij een familie in Zwevezele was de vader gestorven. Men had beloofd om voor de man op bedevaart te gaan, maar men was die belofte vergeten. Na de dood van de vader braken de beesten los en zag men de koetsen dansen. Op een dag zag een bezoeker…
Een man die op reis vertrok, reed met zijn kar in een put en verzonk in de grond. Later hoorde men die wagen nog vaak met veel lawaai door de lucht vliegen.
In Lauwe woonde een boerin die beloofde zoveel zakken koren aan de armen te zullen geven als er graantjes in een 'houwe' (1) zaten. Dat jaar lukte de oogst op die boerderij uitzonderlijk goed. De boerin vergat haar belofte echter. Een tijdje later…
Een man die iedere avond laat naar huis kwam, vond het vervelend dat er altijd een vrouw naast hem in de koets kwam zitten. Op een keer gooide de man die vrouw uit de koets. Toen de man thuiskwam, zag hij de vrouw op de slagboom zitten. Het paard kon…
Een rijke man en twee dames zijn met hun koets die werd getrokken door een wit paard, in de Echelekuil gezonken. De stemmen van de slachtoffers heeft men daarna nog lange tijd gehoord.
De framassons waren slechte mensen die ’s nachts met een koets door de lucht vlogen. Men kon dan muziek horen. De framassons hielden onder meer bijeenkomsten bij de Dikke Linde in Aaigem.
Jang ging samen met enkele vrienden naar de markt in Tongeren. Toen ze aan de Heilige Haag kwamen, zagen de mannen een gouden koets met drie witte paarden uit het Noppenveldje komen. Toen de koets bijna bij de mannen was, vloog ze de lucht in.
Op een boerderij in Torhout gebeurden vreemde dingen. De koeien gaven er geen melk, 's nachts hoorde men er allerlei geluiden alsof iemand aan het dorsen was en met een koets rondreed. Men vertelde dat de varkens daar ooit een pot met oude munten…
Bij de Stereik in Anzegem spookte het vroeger erg. Een man die door het bos naar huis kwam, hoorde opeens een geroep en getier. Toen de man omkeek, zag hij een mooie witte koets waarin drie roepende monsters zaten. Hoewel er paardengetrappel te horen…
Wanneer een bokkerijder niet langer rover wilde zijn, moest hij met een zwarte hen op een kruispunt gaan staan. De bokkerijder mocht onder geen beding achteromkijken. Terwijl de hen steeds zwaarder werd, zouden er dan zeven koetsen voorbijrijden. …
Bij het kasteel van Saint-Mars was een bodemloze put die de Madeleineput werd genoemd. In die put zou ooit een paardenkoets zijn verzonken. Niemand durfde in de buurt van die put te komen. Na de tweede wereldoorlog heeft men die put dichtgemaakt.