Bij de Luikerpoort in Tongeren woonde een oud vrouwtje dat haar haren altijd in een knot droeg. Wanneer het vrouwtje aan het breien was, stak ze haar priemen altijd in de knot. Omdat veel mensen bang waren voor de vrouw, die weleens een heks zou…
Een boerin werd omstreeks middernacht wakker omdat ze een geluid hoorde op de graanzolder. Het leek wel alsof iemand graan aan het scheppen was. Even later leek het alsof de planken onder het dak werden losgetrokken. Daarna hoorde men stenen van…
Een boerin die vroeg in de ochtend boter aan het karnen was, hoorde plots de deur opengaan. Er verscheen een oude vrouw die koffie vroeg. Daarop antwoordde de boerin: "Koffie heb ik niet, maar je kan wel wat melk krijgen". "Dat wil ik niet", zei het…
Wanneer er vroeger ergens iets fout liep, zochten de mensen de oorzaak altijd bij één of andere vrouw die in huis was geweest. Als iemand luizen had of als men ergens ongeluk had in de stal, kreeg ook altijd een heks de schuld. De mensen hingen dan…
Om ervoor te zorgen dat er geen heksen binnenkwamen, moest men het evangelie lezen en zijn huis besprenkelen met wijwater. Men moest ook ergens een palmtakje hangen, dat men iedere drie maanden moest laten wijden. Omdat het evangelie sterker is…
Vroeger waren er vrouwen die nergens werden binnengelaten omdat de mensen geloofden dat die vrouwen de kwade hand over een huis konden brengen. Om zulke vrouwen buiten te houden, goot men wijwater op de dorpel en legde men er gewijde palmtakjes.…
In Gits woonde een mooi kindje dat aan een psychische stoornis leed. De vrouw die tegenover die familie woonde, wilde altijd bij dat kindje zijn en zei de hele tijd: "Wat een mooi kindje!" De familie van het kindje liet de paters van Roeselare komen.…
Een vrouw die om middernacht twee hazen bij de kolen zag zitten, verwittigde haar zoon. De jongen stopte poeder en gewijd zout in het geweer en stak een palmtakje op de loop. Toen de jongen de twee hazen had geraakt, verschenen er twee vrouwen die…
Een toveres uit Bogaarden deed de hele dag niets anders dan kruistekens maken en met wijwater en palmtakjes rondgaan. Toveressen deden immers altijd alsof ze zeer vrome christenen waren.
Een heks kon men herkennen door een gewijd palmtakje onder de deur te steken. Heksen konden daar immers niet overheen stappen. Men kon een heks ook herkennen door z'n voeten gekruist in haar voetspoor te zetten.
Een muzikant die omstreeks drie uur terugkwam van een bal in Strombeek, zette zijn muziekinstrument langs de kant van de weg omdat hij even een boodschap moest doen. Intussen zag de man een vriend voorbijkomen, die ook naar het bal was geweest. Die…
Als dieren door de kwade hand waren geraakt, dan gebruikten de mensen wijwater en palmtakjes om het probleem op te lossen. In werkelijkheid was de kwade hand te wijten aan een menselijke fout. Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat een dier ziek werd…
Wanneer er vroeger een kind stierf, was het de gewoonte dat de kinderen uit de buurt een kruisje maakten met palmtakjes.
In Rekem was een kind gestorven. Zowel de dokter als de pastoor hadden bevestigd dat het kind dood was. Omdat de mensen de…
Wie kinderen in huis had, moest opletten voor bezoekers. Vooral kinderen die nog in de wieg lagen, waren bijzonder kwetsbaar voor het kwaad. Als men een palmtakje boven de deur had gehangen, dan waren mensen die kwaad wilden doen machteloos.
Iedereen wist dat Trien B. een heks was. Ze was immers altijd in de buurt wanneer er ergens iets ergs gebeurde. Op een dag was de vrouw van de herbergier zo ziek dat de pastoor haar reeds de Laatste Sacramenten had toegediend. Haar man, die nog…
Een tienjarige jongen was altijd ziek. Bij de familie van die jongen kwam iedere dag een vrouw eten. Op een dag sprak de zieke jongen tot zijn moeder: "Die vrouw doet toch zo raar. Zij heeft het niet goed voor met ons". Daarop stak de moeder een…
Wanneer men 's ochtends met wijwater een kruisteken maakte, was men de hele dag beschermd tegen de macht van heksen. Boeren zetten met dat doel ook vaak een palmtakje op hun veld.
Een vrouw bad altijd voor de dwaallichtjes. Dat waren zieltjes die nog in het vagevuur zaten en naar de hemel wilden gaan. De vrouw liet op Palmzondag een palmtakje wijden.