Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

Zoek in de Collectie

   Geavanceerd Zoeken

Zoekresultaten beperken

Itemtype
Maker / Verteller
Type bron
Subgenre
Decennium_group
Verzamelaar
Plaats
Provincie(NL)/Gewest(BE)
Word count group

113 resultaten voor ""

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Vraag: 'hoe is het met Jan?' Antwoord: 'Slecht er is bij hem ingebroken, hij is om al zijn goed gekomen (hij is alles kwijtgeraakt).' Reactie: 'De inbrekers dus ook, hoor ik.' (De inbrekers zijn…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Duc de Crequij, ambassadeur van Louis XIV, koning van Frankrijk, kreeg een vuile belediging van de Corsi (de garde van de paus), dat zijn koning zo hoog opnam, dat hij de Heilige Zetel afkraakte.…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Alonso d'Arragon had een diepverborgen zaak op geestige (vernuftige) wijze opgelost, maar de betrapte zei: 'hij kan dat niet te weten zijn gekomen, tenzij hij een tovenaar is.' Waarop d'Arragon zei:…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Iemand probeert de ik-persoon een degen te verkopen. Deze vind de degen niet goed. De verkoper zegt daarop dat het een prima degen is om te houwen, waarop de ik-persoon zegt dat hij het mag 'houwen'.

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een man probeert de hand van een jonge dame te pakken te krijgen. Zij verweert zich, maar haar hand belandt evenwel op zijn schoot. Zij geeft de man een tik en zegt dat hij haar hand moet 'laten…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een man in een herberg belt (schelt) om wijn. De bel doet het echter niet en iemand geeft aan dat het geen zin heeft om te bellen, want de bel gaat toch niet over. Waarop de ander zegt: 'Mijn dorst…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Jonathan klaagt tegen de heer van Zuylichem (Constantijn Huygens) dat zijn vrouw wanstaltig lelijk is. Huygens vraagt hem of zij wel spaarzaam en deugdzaam is. Dat weet Jonathan niet, hij wil er vanaf…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Japick komt Claes met zijn 'lepe ogen' tegen (tranende ogen) en vraagt hem: 'Ben je ziek?' Claes antwoordt ontkennend, en Japick geeft aan dat zijn ogen zo hol en raar in zijn hoofd staan. Daarop…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Gerrit heeft de stevige vuisten van zijn vrouw tegen zijn gezicht gehad. Hij krijgt de vraag of hij gevochten heeft, waarop hij antwoordt: 'Nee, het is een soort van geraaktheid.' (Die geraaktheid…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een matroos op zee ziet een kring om de maan. De stuurman ziet het ook en laat weten dat er dan onweer op komst is. Daarop krijgt hij de reactie dat dat (het onweer) de maan wel op kan (hij wenst het…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Jacob vermaant de arme Dirk, die elke dag de bloemetjes buiten zet. Volgens Jacob zou Dirk wat moeten sparen. Daarop vraagt Dirk hoe hij dan nou kan. Het spreekwoord luidt immers: Wie spaart, heeft…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Roelof is aan het dobbelen geraakt. Zijn vrouw zendt keer op keer bodes om hem naar huis te krijgen, maar ze krijgen hem niet mee. Uiteindelijk stuurt ze haar zoontje, maar ook hij komt alleen thuis.…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Maij wordt aangeklaagd: zij houdt er namelijk een bordeel op na. Een jonker zegt stellig dat hij het staande zal houden (hij bedoelt de beschuldiging). Daarop antwoordt de vrouw: 'Och mijn lieve…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een blinde krijgt het advies om voor zijn aflaatbrief naar Rome te reizen. Hij stribbelt tegen, het is hem te ver. Zijn gesprekspartner vindt dat onzin, de weg is licht (makkelijk). Daarop antwoordt…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een kwakzalver, die hoog opgeeft van zijn kwaliteiten, beroemt zich op zijn kwaliteit alle ziektes te kunnen genezen: scheurbuik, hoofdpijn, kiespijn, schurft etc. 'En dat niet,' aldus de…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Jan is een man als een prins: mooie paarden, goede hoeren, lekkere wijn en een huis als een kerk. Die beeldvorming bestrijdt een man. Volgens hem wordt er gezopen en gerotzooid. Is dat een huis als…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een man komt bij wagens, en ziet daar een groep wagenknechten bij elkaar staan. Hij roept ze aan met de benaming wagenaars (zie opmerkingen). De voerlui voelen zich beledigd en ze roepen terug dat z'n…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een bedelaar kwam bij een rijke juffrouw vragen om een stukje brood. Zij liet hem een heel brood geven door haar meid. Haar vrijer zei daarop: "Gelukkige bedelaar, die de eerste keer dat hij hier komt…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Pieter de Groot en doctor Turck haddeb de goede naam van een prinses gered. Als men vroeg wie daarvoor had gezorgd, was het antwoord: 'de Grooten Turck.'

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een heer vermaakte zich niet erg op een gastmaal. De juffrouw des huizes legde de lever van een kapoen voor hem neer, en zei hem dat hij nu moest 'rondeelen'. De heer wachtte even en deelde toen de…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een zekere juffrouw had Van Overbeke goed bij haar in de gratie staan, sinds er een keer brand geweest was. Van Overbeke hoorde dit van haar zus, en zei daarop, dat hij naar waarheid kon zeggen dat…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Aernout had het eens met Gerard Hasselaer over schoonheden. Aernout vond ene juffrouw Adiz Igprgd verreweg het mooist, hoewel sommige mensen beweerden dat ze zich mooi maakte met blanketsel. De ander…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een Leidse student was eens aanwezig bij een boekenveiling. De verkoper riep dat de verkoop van de ongebonden theologanten zou beginnen. De student zei dat die niet hier, maar op college te vinden…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Een directeur en zijn assistent waren het niet eens over het wegen van wat goederen. Het liep uit op een handgemeen dat de assistent won. Hij zei dat het beter was geweest als zijn meester de zaak wat…

mop uit 1651
  • woordspeling
  • Kommertje wilde graag een bijzonder stukje goud uit haar spaarvarken laten zien. Ze husselde het varken heen en weer, en de ander zei haar dat ze niet zoveel moeite hoefde te doen. Toen viel er een…