Zoek in de Collectie

Trefwoorden: boven, clericus, evangelie, hemel, kerk, kwaad spreken, mond snoeren, straf, tong, verbranden, verheven, vernederen, voorlezen, vuur

Trefwoorden: bedwingen, brand, klooster, lezen, mond, monnik, orde, overste, spreken, toespreken, vuur, zingen, zwijgen

Trefwoorden: boom, duivel, engel, geestelijke, groeien, hel, helpen, kwaad, pijn, takken, vagevuur, verdoemd, visioen, vuur, winnen, woekeraar

Trefwoorden: angst, arm, bed, belegeren, bepalen, bereiken, bevrijden, brood, burgemeester, burger, burgers, diep, dijk, doorbreken, drie, feest, hinderlaag, honger, hulp, kanaal, koeien, leger, leiden, lot, maanden, macht, mensen, naam, noemen, ondiep, paard, paarden, prins, redden, rijk, rijzen, schepen, schip, schuld, slachten, sparen, stad, sterven, strijden, tekort, terug, toren, tranen, vee, verdedigen, verdelen, verdriet, vergiffenis, verloren, vloot, vluchten, voedsel, vriend, vuur, wapen, water, wind, zee, ziek

Trefwoorden: aanraken, aanraking, banier, bemoedigen, charismatisch, christelijk, christen, christendom, douche, duivel, gewaad, glossolalie, gras, hel, hoofdhuid, klanktaal, maaien, tongentaal, velden, visioen, vuur

Trefwoorden: armoede, bespotten, domheid, fles, geven, gort, herberg, honger, koken, langskomen, leed, leren, medelijden, melk, nemen, ontdekken, overkoken, pan, pap, rijzen, verdriet, verspillen, vragen, vrouwtje, vuur, weg

Trefwoorden: ander, bed, besprenkelen, bevelen, bevrijden, bisdom, bisschop, branden, familie, gebeuren, geest, geestelijke, goederen, heilige, huis, huisvader, hulp, kunnen, plaats, rust, spookgeest, verdragen, verschijning, vuur, wegnemen, werpen, wijwater besprenkelen

Trefwoorden: akker, antwoorden, beloning, bewerken, bewoners, brand, ciborie, deren, dragen, eer, engel, handen, hitte, hostie, hulde, kerk, komen, kruis, kwaad, landman, lijnwaad, machteloos, moed, ongedeerd, onttrekken, ploegen, priester, redden, redding, rennen, rook, sacrement, stichten, toeschouwers, veld, verschijnen, vinden, vlammen, vuur, wonder, ziel

Trefwoorden: achtersteven, anker, bidden, brand, doven, duivel, keizer, kiezen, kromhout, land, levend begraven, licht, licht., mannen, mast, nood, onthoofden, opschrijven, riepster, roer, schip, schrijven, storm, straf, sturen, stuurloos, twaalf, varen, vuur, weigeren, wetten, zand, zee

Trefwoorden: buren, cadeautje, deur, deur kloppen, feestdagen, feesten, gelukswensen, heide, kerstboom, kerststalletje, kniepertjes, lampionnen, midwinterhoorn, oliebollen, paasvuren, pakjesavond, papier, processies, rolletjes, slepen, snoep, spullen, suikerbiet, verplaatsen, versieringen, versje, vuur, vuurwerk, zak

Trefwoorden: beeld, beeldhouwer, bezoek, dood, geliefde, gelukkig, getrouwd, gooien., haardvuur, houten, kamer, koffie, meneer, open haard, overlijden, rouw, rouwen, stoken, vuur

Trefwoorden: brand, jeugd., noorden, paasvuur, rommel, vuur

Trefwoorden: blussen, brand, brandweer, dom, grap, kazerne, mop, oefening, pop, rails, ramp, spoor, trein, verkeersbord, vuur

Trefwoorden: aanbidding, aanbiddingsteam, aanvoerder, aartsengel, banier, dromen, droom, engel, geloven, gelovig, gemeente, gezang, hollocaust, jodendom, jood, juwelier, kerk, kruis, lied, opname, opwekking, paard, Pastor, profeet, profeten, profeteren, profetie, profetisch, psalm, rabbijn, sabbat, shabbat, sjabbat, sjofar, sterven, toekomst, toekomstvoorspelling, trompet, visioen, vlag, vlam, vluchteling, voorspellen, voorspelling, vuur, vuurvlam, zang, zingen, zonde

Trefwoorden: afzweren, bescherming, bier, bouwen, boze tong, brand, branden, buik, cognac, dokter, dood, doodziek, douanen, douanes, duivel, gek, geraamten, geraamtes, gevlochten, grenswachters, hei, heksen, hel, hoeren, huisje, hutje, jenever, kanonstukken, kapitein, kapot, kermis, koeienstront, kruiden, leem, lieve heer, lopen, luisteren, marketentster, meneer, mest, moeder, netjes, omploegen, ossen, overleden, paarden, pastoor, pastoors, ploegen, rang, riem, rijsthout, schoorsteenmantel, schouw, sergeant, sloot, soldaten, spoken, spook, stervende, stropers, tabak, te vriend houden, tonnetje, turf, uitdiepen, verhaal, verkocht, verkopen, verslagen, vertellen, verzaken, vlechten, vluchten, vriend, vuur, zichbaar, ziek, ziel, zwijgen

Trefwoorden: bode, bouwen, brand, burgemeester, burgers, domheid, gezag, haard, hitte, hoofd, hout, houtsblokken, pantalon, raadsleden, raadslieden, schoorsteen, schroeien, stad, stadhuis, verbouwen, vlam, vlammen, vuur, warmte, winter

Trefwoorden: avontuur, belonen, beschermen, broers, dienen, dood, dorpen, eer, geestelijke, gevecht, grond, haat, honger, koning, kroon, land, leven, list, moed, moord, offer, overwinnen, put, samen, schepen, sieraden, stad, steden, sterven, straf, tempels, vaandel, verdoemd, vertrekken, vijanden, volk, vreemdelingen, vreemden, vriendschap, vuur, wapen, water, wet, wonder, wraak, zoon

Trefwoorden: arbeid, bazuin, bed, bedienen, beklagen, betrekken, blazen, blij, branden, brengen, brood, dame, dienen, drank, drinken, duivel, edelman, eten, fluit, gaan, gedachten, geest, geestelijke, gehoorzaam, gehoorzaamheid, gemak, genot, geven, gieten, gloeien, goed, groenten, hals, hard, hel, ijzer, instrument, intreden, inzicht, jong, jongeling, jonkvrouw, klagen, kledij, kleding, klooster, komen, kort, kruipen, lang, leggen, leven, lichaam, licht, lijf, mager, makkelijk, man, meenemen, missen, mond, monnik, muziek, nek, onaangenaam, ontberen, ontevreden, ontevredenheid, oor, oren, pek, pijn, plezier, rijk, rust, schenken, slaap, slang, spijsen, stoel, stro, tevreden, tijd, trommel, trompet, uittreden, verlaten, verzorgen, vestigen, vetrekken, vlam, vlammen, voedsel, voorzien, vreugde, vrolijk, vrouw, vrouwe, vuur, wellust, wereld, werk, werpen, zetten, ziel, zien, zitten, zuur, zwaar, zwavel

Trefwoorden: apotheek, apotheker, arts, brand, chemie, chemist, chocola, chocolade, christelijk, christen, christendom, courtisane, dokter, drank, energie, fut, gezondheid, heilzaam, hoer, hoererij, katholicisme, katholiek, klooster, lekkernij, prostituee, prostitutie, reep, snoep, verpakking, voedzaam, volksgeneeskunde, vuur, wikkel, wond

Trefwoorden: bedevaartsplaats, bewegen, branden, genezen, heilige weg, hostie, kapel, kerk, kledingkist, overgeven, pastoor, pijn, sacrament, terugkeren, vallen, vertellen, verzwijgen, vuur, wonder, ziek, ziel

Trefwoorden: droom, haard, heksen, hooimijt, kinderen, klokslag, lied, maanlicht, ontwaken, poten, schrik, spoken, spookhond, takshond, twaalf, vuur, winter, zwart, zweten

Trefwoorden: beddeplanken, binnensloffen, bonestaken, deur, dichttimmeren, harmonika, huiske, insmeren, kinderen, kost, mannenstem, meidje, mik, peperkoek, petaosie, stamp(?), strooppot, traag, tram, vuur, wc-bril, winter

Trefwoorden: dikbuiken, emmers, fornuis, gier- en meeltonnen, houten, kannen, ketellappers, ketels, kittelbuters, koffiepotten, koperslagers, kopperteuten, kuipers, lampen, mud, repareren, schouw, solderen, spek-, vaten, vuur, waskuipen, zeven, zuurkool- en zeeptonnen

Trefwoorden: aarde, beproeven, bewijzen, elementen, gek, geleerd, kennis, lucht, opscheppen, professor, schoenen, studenten, verwaand, vuur, water, zot

Trefwoorden: avond, bloedverwant, boer, edele, edelman, eten, ezel, familie, lente, seizoen, slapen, vuur, winter, zwijn