Op een boerderij had men een oude koewachter die altijd boterhammen moest brengen naar de mensen die op het veld aan het werk waren. Wanneer de koewachter bij de boeren kwam, lag er altijd koeienmest op de boterhammen. Als men de koewachter in het…
Op boerderij Ter Doest in Lissewege lagen de koeien allemaal met hun poten omhoog. Een vrouwtje had in een tarweveld een rot ei begraven. De boer haalde dat ei uit de grond en ging het begraven in het veld van die vrouw. Door het ei kwam er een…
Een man uit Molenbeersel kon niet naar de Sint-Luciemarkt in Neeritter gaan vooraleer het veld was bemest. Nadat de man had gezegd: "Ik aan de mijne en ieder aan de zijne", was het hele veld bemest.
Op een boerderij had men veel ongeluk; de oogst mislukte en in plaats van boter karnde men mest. Een herder die daar voorbijkwam, sprak tot de boerin: "Neem rijst en gooi dat op de mesthoop. De duivels zullen dan werk hebben". De mensen geloofden…
Een man die de stal aan het uitmesten was, zag zijn vrouw niet meer staan en zei: "Als ik nu maar een licht had; al was het maar een stallicht". Even later verscheen er een licht in de stal.
De mensen vertelden dat Peer, grootvader van Koenraad, met de duivel omging. Op een dag moest de man op een boerderij de stal uitmesten. Peer laadde de kar zo vol dat het paard koppig bleef stilstaan. Daarop sprak Peer: "Ik zal die kar wel zelf…
Op een boerderij kon men geen boter karnen door toedoen van de zwarte hand. Uiteindelijk gingen de mensen naar de Arme Klaren, die de paters lieten komen. Omdat men drie dagen later nog steeds geen boter had, gooide men mest in het botervat om de…
In de buurt van Sint-Jan kwam vaak een kwakzalver leuren. Een man die ongeneeslijk ziek was en die al zijn geld aan dokters had uitgegeven, werd op een dag door de kwakzalver aangesproken met de woorden: "Vriend, jij zal moeten opletten, of je zal…
Een man had van de Hollanders in het college van Hechtel een toverboek gekregen. Daardoor kon de man op vijf minuten tijd een kar mest op het veld gooien. De man kon kleine aardappelen ook omtoveren tot grote. De pastoor raadde de familie van de…
Als de melk betoverd was, kon men geen boter meer maken. Een boer die geen boter meer kon karnen, kreeg van iemand de raad om wat koeienmest in het botervat te doen. De mest veranderde in boter.
Opdat hun melk niet betoverd zou worden, strooiden…
In een brouwerij in Bissegem kon men geen bier meer brouwen. In de plaats van bier had men mest. Op zekere dag zag men in de brouwerij een kat lopen. Men verbrandde de snuit het dier met een gloeiend ijzer. De volgende dag zag men een oud vrouwtje…
Op een boerderij kon men door toedoen van de kwade hand geen boter meer maken. Er lag altijd mest in het botervat. De mensen kregen van iemand de raad om mest in het botervat te doen. Daarna zouden ze weer boter kunnen karnen. Zo was het ook.
Tijdens de eerste wereldoorlog hadden veel boeren ongeluk met hun oogst. De aren van de tarwe waren zwart en ongevuld. Veel boeren geloofden dat een toveres verantwoordelijk was voor dat onheil. Wanneer er een vrouw had staan kijken wanneer de boer…
Een heer die directeur was in Ougrée-Mariehaye ging de boeren in de Kempen leren hoe ze hun velden moesten bemesten. Een man die te veel mest op zijn akker had gestrooid, verbaasde zich erover dat er op zijn veld geen koren groeide. Omdat de…