Iemand liep langs 't kerkhof 's avonds laat, toen zag hij een wit konijn over de graven lopen. Hij ving 't konijn, stopte het in z'n voorschoot, knoopte die dicht. Hij ging naar huis en maakte 't open en toen zaten er beenderen van mensen In.
Iemand werd 's nachts geplaagd door katten. Ze ging naar de pastoor en ze kreeg van de pastoor een puntzakje gewijde erwten. Dat moest ze als ze thuis was, bij de punt pakken en dan moest ze zich op haar ene voet ronddraaien, zodat de erwten door de…
In Hulst was er zo'n spook, dat was Ossaart. De mensen stelden zich dat voor als een heel groot hoofd, een soort bol met armen en benen. Dat wezen leefde in het riet aan de buitenvest van de wallen van Hulst. Mensen, die over die wal liepen, werden…
Een dienstmeid werd van de maan gereden. Als de maan vol was, dan had die meid 's nachts geen rust. Dan ging ze op stap zonder dat ze dat wist. Want dan ging ze een paard uit de weide halen en op stal zetten en dat was zeker een uur lopen heen en…
Er woonde vroeger bij ons een vrouw, die vroeg aan een boer of die haar land wilde bouwen. Maar die boer zei: "Nee hoor!" Maar toen die boer zelf ging ploegen weigerden de paarden.
Mijn grootvader ging vroeger een keer met paard en wagen op stap. Hij was halverwege, toen het paard heel erg ging steigeren. Grootvader klom van de kar, maakte een kruis en het paard liep weer gewoon door.
Beschrijving familie van Roodkapje. Als grootmoeder ziek is gaat Roodkapje met een mand eten naar haar toe, met de waarschuwing om niet van de grote weg af te gaan. Onderweg spreekt de wolf haar aan, Roodkapje vertelt waar ze naar toe gaat. De wolf…
Mijn grootvader had een boerderij en op een gegeven moment gingen de koeien dansen en er sprong er een op het dak. Een vrouwtje komt naar buiten en ze begeleidde de koe rustig naar beneden.
Op de markt in Zeeuws Vlaanderen zat een mannetje in het gras zijn broek te maken. Het lukte het niet om het lapje op het gat te krijgen en daar zei de knecht wat van. Maar toen zat hij zeiknat op zijn wagen. Dat moet een waterduivel geweest zijn.
Een knecht en een boer gaan met paard en wagen op weg naar het land. Om in het land te komen, moeten ze door een hek. De knecht wil het hek open maken, maar de boer zegt: "blijf zitten." Het hek gaat vanzelf open.
De vader van de verteller werkte bij een molen. De verteller heeft van hem wel eens gehoord over het Sint Elmusvuur, een elektrisch lichtverschijnsel in de lucht.
Toen de verteller acht jaar was verdronk de verteller eens bijna in een zwembad. Hij werd gered door een man die toen opeens verdween. De man leek sprekend op zijn grootvader.