De schaapherder van Bloir had een knecht met wie hij goed overweg kon. Toen de schaapherder enkele schapen had verkocht, zond hij zijn vrouw naar de koper om het geld op te halen. Omdat de herder wist dat zijn vrouw bang was om overvallen te…
In Budel stond een huis dat de 'Veegtas' werd genoemd. In dat huis konden de roversbendes die in België waren gaan plunderen, hun gestolen geld uitgeven of hun buit omruilen tegen Nederlands geld.
'Hasselt' heeft zijn naam verdiend aan de tijd waarin er een hazelnotenbos op de plaats van de stad stond. Vroeger werd de stad 'De Beek' genoemd omdat de Demer er stroomde.
De naam 'Beringen' zou afgeleid zijn van de woorden 'beer' en 'ringen'. Op de markt in Beringen had men een beer gevangen en een ring in zijn neus geslagen. De beer ontsnapte naar Paal, waar men hem aan een paal had vastgebonden.
In het huis waar later K. is komen wonen, werkten twee knechten. Naar jaarlijkse gewoonte werd er ter gelegenheid van Driekoningen een koning gekozen, die aan zijn vrienden een fles jenever moest geven. De koejongen van de hoeve werd uitgedaagd om…
De benaming 'Bocholt' komt van het woord 'bokkerijder'. Soms werden mensen door een bokkerijder besprongen. Ze kregen dan een prop in hun mond en moesten de bokkerijder dragen.
Toen er tussen Poperinge en Ieper een strijd werd gevoerd voor de lakennijverheid, gebeurde het dat een man uit Poperinge met een kei in de hand omgekeerd op een ezel zat. Die man leidde de gevechten tegen de Ieperlingen. De inwoners van Poperinge…
Bij het einde van de Balseboomstraat in Brugge stond een lantaarnpaal waar vroeger altijd een duivel op zat. Daarom werd die plaats de 'duivelshoek' genoemd.
In Wulvergem was een heuvel waar ooit een kasteel zou zijn verzonken. Toen men op die plaats opgravingen deed, vond men er allerlei oude voorwerpen. Vroeger zou in dat kasteel een rijke heer hebben gewoond met de naam 'Wulfridus'. Sommige mensen…
In Kessenich waren veel roversbendes, waarvan de bokkenrijders de ergste waren. De mensen geloofden dat de duivel de bokkenrijders hielp en hen in de gedaante van een bok door de lucht voerde.
Een man beweerde dat de naam 'Kotem' van het Franse 'côté' kwam. Het woord 'côté' was in het dialect een plaatsaanduiding met een negatieve connotatie.
Wie naar Aartrijke kwam, moest de hele tijd bergop wandelen. Daarom werd die plaats Aartrijke genoemd; men kwam immers veel aarde tegen vooraleer men er was.
[De discussie begint met een vraag over "poepchic" en of er enig verband is met het Tsjechische luxe-hotel Pupp. De discussie buigt af naar het begrip "rijke stinkerd"]
Het begrip "rijke stinkerd" zou komen van rijken die vroeger in de kerk werden…
In het jaar 878 leeft er op een wijde vlakte waar thans Geldern ligt, een groot, vreselijk dier, dat als strijdkreet "Gelre, Gelre, Gelre" heeft. De bewoners van de streek zijn doodsbang. Een groot deel van de bewoners is al weggevlucht en een ander…
Na het verslaan van een draak die roepend Gelre Gelre mensen en dieren belaagde, worden Wichard en Lupold door de bewoners van het gebied tot prins gekozen. Op de plaats van het gevecht met de draak stichtten zij een burcht die Gelre werd genoemd,…
De zonen van de heren van Pont (zie opmerkingen) verslaan een draak, waarna ze de voogdij over Gelre krijgen. Verder geeft deze korte vertelling een aantal technische gegevens over de voogdij en een verklaring van de naam Gelre. Het verhaal over de…
De broers Wichard en Ludolf vechten tegen een draak die voor veel overlast en angst zorgt. Als het beest gedood wordt, schreeuwt hij: "Gelre, Gelre!" Ter herinnering aan deze historische daad, sticht de heer van Pont op de samenvloeiing van de…