Wanneer een boer de mest aan hoopjes op het land had liggen, en hij zette 's avonds een schotel met pannekoeken op de akker, dan was de volgende morgen de mest over het land gestrooid en de pannekoek natuurlijk op.
In Hoeven verdenken boeren het medium Robbert van den Broeke om zelf de graancirkels te maken. Niemand heeft hem echter ooit kunnen betrappen. Hoeven heeft veelvuldig de primeur van de eerste graancirkel in Nederland. Het medium zegt te voorvoelen…
Als vroeger een drachtig paard aanwezig was bij het begraven van iemand wierp hij al binnen een paar dagen. Zo ook het paard wat een man meenam toen hij zijn buurman op ging halen. De buurman had gespot met het avondmaal en had zich daarna in de…
In de winter houden kikkers hun een winterslaap in de modder. Hoe kouder het is, hoe dieper zij wegkruipen. Toen een boer midden in de winter kikkers zag rondspringen koeienmest leek het bijna tovenarij.
Als kleine knecht wil Johannes tsyske naar de markt. Hij moet eerst de mest op het land strooien. Het karwei van een een dag heeft hij in een uur gedaan.
Kabouters komen 's nachts arbeid verrichten; er staat eten gereed; een man mengt stukjes leer door de pap die ze opeten en toch gewoon hun werk doen. Soms nemen ze kinderen mee om te verzorgen, en brengen die later terug. Een kabouter die een nieuw…
Jongetje speelt met paardenstront. Als politie-agent hem vraagt wat hij maakt, zegt hij dat hij een postbode aan het boetseren is. Voor een politie-agent heeft hij te weinig stront.
Als de paarden de wagen niet meer uit de modder kunnen trekken, spant Hearke ze uit en rijdt hij zelf de wagen uit het gat. Hij is ook een stille politieman. Op een dag werd hij overvallen door twee manenn. Hij pakte ze op en gooide ze met de koppen…
De inwoners van Lalenburgh waren jaloers dat hun buren een hogere kerktoren hadden. Een van de regenten vertelde dat asperges vaak worden bemest om ze hoger te laten groeien. Ze besloten dit met de toren te doen en bedekten de toren tot aan de…
Twee pastoors kregen van de paus een boompje mee. Bij de ene pastoor ging het boompje dood. De andere hield het in leven. Volgens die laatste kwam dat, omdat hij naar God luisterde en de andere naar zichzelf bij het verzorgen van het boompje.