Een mannetje zei eens tegen een meststrooiende boer: "Met Gods zegen kun je hier een goede vrucht van plukken." De boer zei dat hij het zelf wel zou zegenen. Toen is het haver veel te hoog geworden en ging het liggen en is er niks van gekomen.
Een boerenknecht deed zijn werk altijd heel snel. Als hij mest moest strooien, klapte hij even in zijn handen, en dan werd het voor hem gedaan. Die knecht had een verbond met de kwade happert.
Een boer en een arbeider maakten van mest eens een kerkje. Juist kwam er een dominee langs, die zei dat het een mooi kerkje was, maar dat er helemaal geen dominee in was. De arbeider zei dat ze zo'n grote strontbult niet hadden kunnen vinden.
Sterke Hearke laadt een wagen zo vol met mest dat de paarden de wagen niet kunnen trekken. Hearke doet dit om een knecht terug te pakken die hem beetgenomen heeft. De paarden krijgen de wagen pas weer in beweging als Hearke balken onder de wielen…
Meisje krijgt bij het mest strooien hulp van heer op voorwaarde dat de eerste dans voor hem is, en dat ze hem de volgende ochtend het eerste geeft wat ze opbindt. Na het dansen vertelt ze het haar ouders, die menen dat de heer de duivel is die haar…
Een man wil uittesten hoe sterk zijn maat is en laadt een kruiwagen vol met mest. De kruiwagen is met geen mogelijkheid in beweging te krijgen. De sterke kameraad slaagt erin de kruiwagen op te tillen, maar de armen van de kruiwagen breken af.
Een buitengewoon sterke man gebruikt geen wagen om kunstmest te vervoeren: hij gooit zakken mest van honderdvijftig pond zelf soepel over de sloot heen het land in.
Sterke Hearke is arbeider op het Bouwklooster bij Bindert Japiks en is aan een keer aan het mestladen, als twee paarden de wagen niet uit het mestgat kunnen trekken. Hearke spant ze uit en trekt de kar zelf het gat uit en spant de paarden vervolgens…
Bij Bindert Japiks op het klooster heeft men zoveel mest op een wagen gedaan dat de paarden het niet weg kunnen trekken. Ze gaan eerst maar koffiedrinken. Hearke komt iets later dan de rest en na het koffiedrinken zien ze de wagen op de weg staan en…
Twee paarden kunnen de mest niet uit het mestgat trekken, omdat ze geen grip hebben. Daarom spant Hearke de dieren uit en slaat zijn handen om de disselboom heen en trekt de wagen zo het gat uit de weg op.
Hearke werkt bij het Boomklooster bij de zevendaagse boer en moet samen met een knecht mest laden, wat de boer naar het land rijdt. De boer is echter zo snel dat ze niet eens een wagen vol hebben als hij terugkomt. Hearke zegt de knecht dat hij hem…
Het lukt twee paarden niet de mest uit het mestgat weg te krijgen omdat ze geen grip krijgen. Hearke spant de paarden voor de wagen uit en trekt de mest uit het gat aan de disselboom weg en brengt de wagen naar de weg.