De Wiemkens waren kleine mannetjes die tijdens de oogst bij de boeren gingen helpen. Ze deden altijd het dubbele van wat men vroeg. Als men twee bussels had gevraagd, dan gooiden ze er vier.
Een boer kwam op een avond een heer met bokkenpoten tegen. Die heer wist dat de boer geen geld had om een nieuwe schuur voor zijn vee te bouwen. Als de boer met bloed zijn handtekening wilde zetten op een stuk perkament, dan zouden de kaboutertjes…
Een man beweerde dat hij 's nachts vaak een leger rode mutsjes zag. Dat waren zeker kaboutertjes die onderweg waren naar een boerderij waar ze gingen werken.
Vroeger kwamen de kabouters werken op de boerderijen in ruil voor voedsel. De kabouters spraken een vreemd taaltje dat niemand kon verstaan. De kabouters kwamen vooral boeren helpen, die ongeluk hadden gehad.
De kabouters zouden het stadhuis van Leuven hebben gebouwd. Dat is één van de zeven wonderen die in Leuven hebben plaatsgehad. Zelfs de beste beeldhouwers kunnen zo'n gebouw als dat van het Leuvense stadhuis nu niet meer maken. Vroeger woonden er…
De kaboutertjes, die ook wel alvermannetjes werden genoemd, zijn naar een andere streek vertrokken omdat ze er niet tegen konden dat de mensen hen 's nachts kwamen bespieden.
Op een boerderij werkte een Duitse schaper die een toverboek bezat. Toen de schaapherder op een dag weg was, las de koewachter stiekem in het boek. Het volgende ogenblik zat de boerderij vol kaboutertjes. De schaapherder gooide een zak lijnzaad op…
Op Steingroef woonden kaboutertjes. Wanneer men een muntstuk van twee en een halve cent op de steel van een mestvork legde, dan was de volgende dag het hele veld bemest.
Op het kasteel van Kwaremont woonde vroeger een heer die niet graag gezien was omdat hij de mensen slecht behandelde. De zonen van de kasteelheer bezaten elk een gedeelte van het bos. Eén van die zonen liet de mensen nog liever sterven dan hen een…
Vroeger hielpen de kabouters de mensen bij het maaien indien men ergens wat geld of voedsel neerlegde. Men vertelde dat de kabouters verdwenen waren omdat ze naar Afrika, meer bepaald naar Kaap de Goede Hoop waren vertrokken.
In ruil voor voedsel kwamen de alvermannetjes voor de mensen de aardappelen rooien of de moestuin omgraven. Later is die taak overgenomen door de kaboutertjes.
Een man die te ver in zijn toverboeken had gelezen, werd iedere nacht uit zijn bed gesleurd om op de zolder tegen de kabouters te gaan vechten. Nadat de man enkele keren in Brugge was overlezen en men zijn boeken had afgenomen, was hij verlost van…
In de bergen van Weert woonden vroeger kaboutertjes met mooie rode mutsen op hun hoofd. In ruil voor een lekkere boterham hielpen de kabouters vaak mensen die veel werk hadden.