De alvermannetjes woonden vroeger in de wallen van Stokkem. Soms zetten de vrouwen 's avonds hun vuile potten en pannen buiten. De dwergjes kwamen 's nachts alles afwassen.
Alvermannetjes waren maar tachtig of honderd centimeter groot. Ze woonden in de bergen rond Geulle en Stein. Bij Hal aan de Maas kwamen de alvermannetjes huishoudgerei van de mensen lenen. Ze brachten alles mooi afgewassen terug.
Vroeger werd de melk in grote ronde teilen gegoten. Wanneer men de melk uit de teil goot, bleef het vel in de teil liggen. Soms gebeurde het dat de melk onmiddellijk stremde, hoewel men de teil had gewassen. Omdat de mensen geloofden dat een kwade…
Op Raverschoote spookte het. Wanneer de mensen 's nachts in hun bed lagen, hoorden ze geluiden alsof er borden werden afgewassen, boter gekarnd en koeien gevoederd. De volgende ochtend was van dat alles echter niets te zien.
De dwergen woonden in de bergen in de buurt van Rotem. Ten tijde van de bokkenrijders kwamen die dwergen 's nachts de kookpotten van de boeren poetsen.
Een kleermaker die duivel noch hel vreesde, was getrouwd met een brave vrouw. De man droeg altijd chique kleding en bruine schoenen, iets wat voor die tijd uitzonderlijk was. Met een mooie hoed, een mooi pak en een wandelstok ging de kleermaker naar…
Vroeger verbleven de alvermannetjes in de 'alvermannekenskuil' op de Hesselsberg. De dwergjes kwamen vaak potten en pannen lenen bij de mensen. Wie vrijgevig was, kreeg van de alvermannetjes pijpen voor de volwassenen en fluitjes voor de kinderen. …
De alvermannetjes woonden onder de grond in de Ollen Graaf in Kinrooi. De dwergjes kwamen huishoudgerei lenen bij boeren uit de buurt. Ze brachten de geleende voorwerpen altijd mooi gewassen terug. Een boer die zijn kookpot niet wilde geven,…
In Bree hadden de alvermannetjes kelders onder de stadswallen. D. had de gewoonte om de zomer in Duitsland door te brengen. De alvermannetjes kwamen dan bij D. een kookpot lenen, die ze na gebruik mooi opgepoetst terugbrachten.
In Kinrooi woonden de alvermannetjes onder de grond in de Ollen Graaf. Wanneer de alvermannetjes bij de boeren gereedschap kwamen lenen, brachten ze dat altijd mooi gepoetst terug. Op een dag had een boer geweigerd om aan de alvermannetjes iets uit…
Een man las vaak in slechte boeken, waarvan hij altijd stukken kwijtraakte. Op een dag had de man ergens hooi gekocht. Toen hij met zijn hooi naar huis reed, brak er een onweer los, waardoor de man aanklopte bij een huis langs de weg. De vrouw die…
Bij Betje J. kwamen de alvermannetjes 's nachts de kookpotten afwassen. Betje vond het echter niet leuk dat de dwergjes 's nachts in haar huis kwamen. Daarom gaf iemand haar de volgende raad: "Je moet een kookpot met kokend water klaarzetten. In…
De alvermannetjes woonden in de wallen rond de stad. Wie vriendelijk was voor de alvermannetjes, werd door de dwergjes geholpen, maar wie hen slecht behandelde, kreeg ongeluk. Alvermannetjes kwamen vaak bij boeren huishoudgerei lenen. Wanneer de…
De alvermannetjes waren mensjes van ongeveer één meter twintig groot, die in een berg woonden. Ze kwamen door de daken binnen in de huizen en leenden dan van de mensen wat ze nodig hadden. Een tijdje later brachten ze het geleende huishoudgerei…
Een man die door de modder terugkwam van zijn veld, bleef even staan bij de beek om zijn klompen te wassen. Plots voelde de man twee handen op zijn schouders en hoorde hij een stem roepen: “Dragen!” De man moest Kludde dragen tot hij helemaal bezweet…
In de Zilverberg en in de Konijneberg in Hoeleden zaten kabouters. Die kabouters reden op konijnen en vlogen soms ook door de lucht. Als de kabouters feest wilden vieren, dan gingen ze bij de mensen kookpotten halen. Als men men schone kookpotten…
De alvermannetjes waren slechts op één punt te onderscheiden van de kabouters: de alvermannetjes droegen hun muts met de punt naar voren, terwijl de kabouters hun muts met de punt naar achteren droegen. 's Nachts gingen de alvermannetjes bij de…
In het huis van een man zaten allemaal luizen en vlooien. De pastoor gaf de mensen de raad om het huis helemaal schoon te maken en in brand te steken. Als men dan nog ongedierte zag, dan moest men het met de hand vangen. Men volgde de raad van de…
Een meisje had beloofd om op bedevaart te gaan. Toen het meisje de vaat aan het doen was, sprong er altijd een konijntje op de borden. Het meisje ging naar de pastoor, die sprak: "Je moet vragen in de naam van God wat dat konijntje hier komt doen. …
Toen Janneske zijn kar in de Maas aan het wassen was, zag hij opeens de vuurman aankomen. De vuurman sprong op de kar en reed over de Maas zonder dat men ook maar één spaak van het wiel zag draaien.
Een oom trouwt met een Rotterdamse. Als zij eens op bezoek komen, heeft een meisje na afloop de lippenstift van het kopje gewassen: zoiets had ze nog nooit gezien.