Een smokkelaar die de douaniers graag een poets bakte, had gezegd dat hij op een zeker tijdstip zou voorbijkomen met smokkelaar. Toen de man voorbijkwam, werd hij door de douaniers gefouilleerd en bijna helemaal uitgekleed. Daarop sprak de…
In Poperinge woonde een smokkelaar die zijn lip was kwijtgeraakt door een hondenbeet. Toen de man op een dag douaniers zag aankomen, verschool hij zich met zijn flessen drank in het gras. Zodra de douaniers voorbij waren, stond de smokkelaar op en…
In Poperinge verbleven vroeger veel smokkelaars. Als de smokkelaars door iemand waren verraden, deden hun echtgenotes alsof ze de kinderen riepen met de woorden: "Komen jullie gauw naar huis?" Wanneer de douaniers daardoor achterdocht kregen, zeiden…
In Budel was een smokkelweg waar de smokkelaars elkaar 's nachts onmoetten. Op die weg werden vaak lijken gevonden, want smokkelaars die van verraad werden verdacht, moesten het bij de andere bendeleden ontgelden.
De Teuten waren smokkelaars die op de grote baan naar Herentals actief waren. Op een dag werden de Teuten overvallen door twee broers die waarschijnlijk banden hadden met de bokkenrijders.
In Poperinge woonde een smokkelaar die vaak door de douaniers werd aangehouden. Op een nacht vielen de douaniers binnen in het huis van de man. Daarop sprak de man: "Ik mag toch zeker nog mijn broek aantrekken?" De man ging op zijn bed staan om zijn…
Tijdens het smokkelen zegt een colonnegeleider dat de waar onder de armen moet worden gedaan. Wanneer een Duitser vraagt of ze thee of koffie hebben meegenomen, zegt de man dat ze het verdeeld hebben onder de armen.
Een man mag een varken niet invoeren. Op een gegeven moment had hij aan beide kanten [van het varken] een brood hangen. De douane vraagt wat de man van plan is. Hij antwoordt: 'Ik mag toch zelf weten wat ik tussen m'n brood doe?!'
Iemand komt bij de grens met een kruiwagen vol zand. Hij hoeft niets te betalen, want zand heeft toch geen waarde. De clou is echter, dat de man kruiwagens de grens over smokkelde.
Een smokkelaar gaat jarenlang heen en weer tussen Nederland en Duitsland. Op de vraag hoe en wat hij nu eigenlijk smokkelt, antwoordt de smokkelaar dat hij altijd met zijn fiets heen gaat en zonder fiets terug komt.
Zware Wiert is een smokkelaar die in de Eerste Wereldoorlog in het grensgebied tussen Groningen en Duitsland veel smokkelde. Midden in de winter wordt hij opgepakt door twee politieagenten. Hij vraagt aan de agenten of hij even zijn neus mag snuiten.…
In het Drentse Bargercompascuum werd verteld dat mensen rond Oud en Nieuw een varken een hoed hadden opgedaan en een jas hadden omgedaan en zo langs de Duitse douane waren gekomen. De douaniers hadden nogal wat gedronken en hadden zelfs tegen het…
Een jongen liep met een zak, met daarin een big, naar de grens. Hij liet het beest gillen. De douane kwam zo op de jongen af, en de werkelijke smokkelaars konden elders de grens over komen.
Een smokkelaar vlucht een huis in, waarna de douane binnen komt. De smokkelaar steekt zich in zijn buik, waarna de jenever uit zijn buik (een gevulde varkensblaas) in de gootsteen loopt. Maar wat hadden de mensen gedaan? Er stond een emmer klaar,…
Een vrouw die ervan werd verdacht smokkelaarster te zijn werd bij een potkachel gezet. De gesmokkelde boter onder haar rok begon hierdoor te smelten. De vrouw was er gloeiend bij.