Vroeger vonden de mensen soms een huilend kindje voor hun deur. Ze droegen dat kindje dan naar binnen en gaven het te eten, zonder te weten dat het een waternekker was. Nadat het kind gegeten had, was het opeens weg en riep: "Ik heb je gehad, ik…
Een vrouw die 's avonds terugkwam van Bulskamp, zag iedere keer wanneer ze achteromkeek, een grote hond met een ketting vóór zich staan. Dat was de waternekker.
De waternekker was er altijd op uit om de mensen te bedriegen. Wanneer de vissers 's nachts moesten uitvaren en de windrichting ongunstig was, hoorden ze de waternekker in de straten roepen: "Wekke, wekke, wekke, ik sta met de wind in mijn nekke".…
Een vrouw die na middernacht terugkwam van haar werk bij het Sas, werd altijd gevolgd door een witte man. Wanneer er andere mensen kwamen kijken, was de man plots verdwenen. Het was de waternekker.
Een vrouw die 's avonds terugkwam van haar werk, begon haar huis te poetsen. Plots hoorde de vrouw lawaai, waarna ze de deur openmaakte. De vrouw zag een grote zwarte waternekker met een lichtje op zijn nek zitten.
Op de weg naar Adinkerke was een vaart met een bruggetje. Men noemde die plaats ' het Langenèès'. Enkele mensen werden door de waternekker met een ketting door het Langenèès gesleurd.
In Nieuwpoort woonde een zekere Jeanne Panne die zichzelf in een vogel of een waternekker kon veranderen. Wanneer de vissers 's nachts aan boord moesten gaan, raakten ze verdwaald door toedoen van de heks.
Enkele mensen die door het veld wandelden, kwamen een grote weide met een tuin tegen. Toen de mensen dichterbij kwamen, geraakten ze niet binnen in de tuin omdat er een nekker op de omheining zat. Door een omweg te maken, raakten de mensen van die…
De mensen die op het strand schollen gingen vangen, liepen allemaal weg bij het zien van een man die in het wit was gekleed. Zelfs de dapperste kerel die beweerde nergens bang voor te zijn, liep weg bij het zien van die waternekker.
Een vrouw had een kind in de goot gevonden. Ze nam het kind mee naar binnen, gaf het te eten en legde het in een bed. Even later vloog het kind langs het open raam naar buiten met de woorden: "Ik heb je gehad, ik heb je gehad!" Het was de…
Een boer die 's nachts voorbij een beek wandelde, hoorde een paard in het water springen. De boer hoorde het paard nog een hele tijd in het water spetteren en vervolgens weer uit de beek komen. Doodsbang voor de waternekker haastte de boer zich naar…
De waternekker was een man die zichzelf in een dier kon veranderen omdat hij verwenst was. Het dier liep dan rond met een kettint rond zijn nek. Op een dag stuurde men de man ver weg, zodat men ondertussen zijn dierenvel kon verbranden. Daarna was de…
Een vrouw had een achtergelaten kindje gevonden. De vrouw nam het kindje mee naar binnen en gaf het pap. Toen het kindje zijn buikje vol had, vloog het door de schoorsteen weg terwijl het riep: "Ik heb gegeten, ik heb gegeten!" Men vertelde dat dat…
Wanneer de mensen vroeger naar huis gingen, kwamen ze vaak een hond met een ketting tegen, die voorbijgangers in het water gooide en hen er even later weer uit haalde. Dat was de waterduivel.
De waternekker was veel wreder van aard en hij vertoefde…
Een man vertelde op een zondag in het café over een kat die op de leuning van een brug bij de haven van Nieuwpoort had gezeten. Toen de man dichterbij was gekomen, had de kat zich van op de brug in het water laten vallen. Die kat was de waternekker.
Een man vond op de kade een kindje en nam het mee naar huis. Nog vóór de man thuiskwam, was het kindje zo groot geworden dat het twee hoofden boven de man uitstak. Dat kind was in werkelijkheid de waternekker.