Joost van den Vondel belt aan bij een huis omdat hij nodig naar de wc moet. De dienstmeid wil hem pas binnenlaten als hij een gedicht heeft opgezegd. Joost reciteert een scabreus gedicht, waarop de dienstmeid reageert dat hij kan gaan "schijten"…
Joost van den Vondel vroeg eens aan een boer of hij mee mocht rijden. Dat mocht, op voorwaarde dat Joost een gedicht zou maken waarbij de laatste twee woorden van elke zin hetzelfde waren. Joost wist dat de boer 's nachts zijn vee in andermans weiden…
Een koning houdt veel van toneel en bezoekt een klucht. Het is echter een parodie op hem en hij komt daar pas achter wanneer een geheim van hem in het toneelstuk uitgesproken wordt. Hij maakt onmiddellijk een eind aan de voorstelling.
Een buitenlander was voor het eerst in Amsterdam en had veel over een bepaalde dichter gehoord. De man was verwonderd dat iemand zulke mooie 'vaarsen' (verzen) kon maken, waarop een ander zei dat de beste 'vaarse- (jonge koe) maeckers' stieren zijn.
Een dichter vindt Rome de grootste handelsstad, want daar zijn niet alleen vergankelijke produkten te koop, maar ook vergeving der zonden en zelfs de hemel.
De dichter Da Costa vroeg drie vrouwen in een bootje hem eens over te varen. Dat wilden ze wel doen, maar alleen als hij bij aankomst een gedicht zou opzeggen. Hij zei:
"Wonder, wonder boven wonder,
drie scheuren in de wolken
en nog geen donder."
Pegasus, het vliegende paard, maakte eens een gat in een berg. En uit die berg kwam allemaal water. Het water vormde een rivier, de rivier de Pegasus, en inspireert dichters.
Een demente opa is soms oppas voor de baby. Als de baby rare schilfertjes aan de mond krijgt, komt uit dat de man zich in de mond van de baby bevredigt.
Meisje kan zonder natte voeten te krijgen op water lopen; ze verschijnt als kip bij het bed van verloofde als hij ziek is; als hij een bijl naar de kip heeft gegooid en die verwondt ligt het meisje de volgende in bed met een gebroken bil.