De bokkenrijders gingen in Wellen op een bok staan en zeiden dan tweemaal: "Ridder, ridder, koen, over Biesen toren". Vervolgens vlogen de rovers weg over het kasteel.
Een onschuldige die ter dood werd veroordeeld, zei: "Als ik onschuldig ben, dan zal er nooit nog een klok op de toren van de Sint-Janskerk hangen. Daarna heeft er inderdaad nooit meer een klok op de kerk gehangen.
De alvermannetjes vlogen door de lucht. Op een dag zag een man hoe een alvermannetje tegen een toren in Urmond vloog. De dwergjes woonden op de Heelderhei in Holland. Later heeft men ze uitgeroeid.
De Klokkemstraat in Sint-Truiden heette vroeger 'Kloppemstraat'. Toen de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk was omgevallen, rolden de klokken echter tot in de Kloppemstraat, die vanaf dat ogenblik 'Klokkemstraat' werd genoemd.
Harlindis en Relindis waren twee zussen die door hun ouders werden opgesloten in een toren omdat ze niet wilden trouwen. Toen de twee zussen zichzelf hadden bevrijd, besloten ze ergens een kapel te bouwen. Harlindis en Relindis verzamelden de stenen…
Het vroegere Zoutleeuw was de hoofdstad van België. Die stad zou zijn verzonken op de plaats waar nu het Ven van Zoutleeuw gelegen is. Op een dag had een vrouw bij dat Ven een draadje gevonden. Ze trok aan het garen en trok zo de kerktoren van het…
Op de dag vóór Driekoningen zei de vrouw van boer B. uit Maastricht: "Was nu onze zoon maar hier!" Daarop antwoordde de knecht: "Ik zal zorgen dat jullie zoon om middernacht hier is, op voorwaarde dat jullie mij de zwarte merrie geven". Niemand…
In Montenaken stond vroeger een kasteel. De twee zonen van de kasteelheer hielden een tweegevecht omdat ze verliefd waren op hetzelfde meisje. Tijdens het gevecht stond de moeder op de toren. Omdat de twee zonen allebei stierven tijdens het…
Bij een toren woonde een oude weduwe van wie de kinderen geloofden dat ze een heks was. De kinderen gingen daar vaak spelden in de raamkozijnen steken, waaraan ze een draad bevestigden. Aan die draad trokken ze dan. Soms gingen ze 's avonds ook met…
Een vrouw uit Alken die een zware bevalling moest doorstaan, zond een bode naar een dokteres in Geleen. "Ga maar achter op de bok zitten, en dan vliegen we weg", zei de dokteres. Onderweg dacht de man dat de bok ging vallen, maar de vrouw sprak:…
Bij de haven van Nieuwpoort stond een toren die 'de Duivelstoren' werd genoemd. De mensen durfden daar 's avonds niet meer voorbij te komen omdat ze geloofden dat de duivel er iets mee te maken had.
In de Burchtstraat in Zichen-Zussen-Bolder stond vroeger een burcht waarin ridders woonden, die hun paarden achterstevoren besloegen. 's Nachts gingen die ridders stelen in Maastricht. De torens van de burcht werden afgebroken in de achttiende…
't Land van Saftingen is met man en muis vergaan. De paarden gingen daar met gouden hoefijzers en mondstukken naar de kerk. Bij laag water kon men de toren van 't Land van Saftingen nog altijd zien staan.
Tijdens de regering van Maria Theresia tussen 1740 en 1748 hadden de inwoners van Kanne veel ongeluk. Tijdens de winter van 1740 kwamen de wolven uit de Caestertbossen om de schaapskooien open te breken en de dieren te doden. Toen de dochter van…
In Bossuit lieten de graven alle misdadigers ophangen in de toren van de hofstede. Later beweerden de mensen dat het op die plaats spookte. Er was nog een hoop aarde te zien, waarop een kruis stond ter nagedachtenis van de misdadigers die daar…
De bokkenrijders vlogen op een duivel door de lucht. Onder de bokkenrijders was er een dokter, die een keer iemand op zijn paard liet meevliegen. Onderweg stootte het paard zich aan het kruis van de Sint-Janskerk in Tongeren.
'De Moeren' was een uitgestrekt moeras waar ongure types zich schuilhielden. Die rovers werden dan ook 'Moerduivels' genoemd. Toen men in Les Moères een toren had gebouwd en er een overstroming was, zaten de Moerduivels opgesloten.
Een Duitse schaper vloog iedere zaterdag naar Duitsland om er een schoon hemd te halen. Op een dag besloot een boerenknecht met de Duitse schaper mee te vliegen. Onderweg hoorde het tweetal een slag. Dat was de hoef van het paard die tegen de toren…
De Duivelstoren in Nieuwpoort was door een ondergrondse gang verbonden met het Tempelhof in Slijpe. Omdat de duivels in die gang ronddwaalden, konden de Duitsers er tijdens de eerste wereldoorlog niet door.