In de tijd van de heilige Willibrordus stond in Sint Ool (in Dorne) een kerkje. De klok die in de toren hing, was echter niet gewijd en viel in een turfkuil. Toen men de klok bijna uit de kuil had gehesen, kwam er een oud vrouwtje voorbij, dat…
De alvermannetjes kwamen 's nachts bij de boeren het graan dorsen in ruil voor aardappelen en boekweitkoek. Overdag verbleven de alvermannetjes in de wildernis en in een toren waar nooit iemand kwam. Later zijn de alvermannetjes verhongerd en…
Een man uit Maastricht werd door een bokkerijder door de lucht naar huis gebracht. Toen de man bij zijn thuiskomst pijn voelde aan zijn been, sprak de bokkerijder: "Je hebt je been niet hoog genoeg gehouden toen we over de toren vlogen".
Een vrome katholiek uit Aken bedacht dat hij graag een mooie grote kerk zou willen bouwen. De duivel kwam naar de man en sprak: "Ik zal voor jou een kerk bouwen, die reeds af zal zijn vóór de haan morgen heeft gekraaid. In ruil daarvoor wil ik wel…
In Genk was een klok uit de kerktoren gevlogen en in de Molenvijver gevallen. Daarom werd die vijver de Klokvijver genoemd. Op kerstnacht om klokslag twaalf uur hoorde men die klok luiden.
In Zoutleeuw is een kerk in een moeras verzonken. Op een dag ging een vrouw water halen in een bron bij het moeras. Toen de vrouw de emmer naar boven trok, zag ze dat de spits van de kerktoren aan de emmer hing. De vrouw schrok en liet de toren…
Toen men de Duivelstoren in Nieuwpoort tijdens de oorlog overhoop had geschoten, stond de toren er de volgende dag opnieuw. De duivels hadden de toren 's nachts opnieuw rechtgezet.
Naast de Demer was een grote vijver die het Paardskoet werd genoemd omdat men er de poten van de paarden ging wassen. Wat verderop was er een vijver die men het Wijwaterkoet noemde. Bij die vijver zag men vaak dwaallichtjes zweven. Men vertelde…
Enkele mannen uit Mopertingen reden mee op het paard van een bokkerijder. Toen het paard struikelde, zei de bokkerijder: "Het dier heeft zich gestoten aan de punt van het kruis van de Sint-Servaastoren in Maastricht".
Toen de broeders van de abdij van Sint-Jansberg 's nachts de metten aan het bidden waren, kwam er plots een roversbende binnengevallen. De abt sprak: "Halt, kapitein. Dood mij alleen en laat de andere broeders in leven". De rovers wilden echter…
In de Geuzentempel in Alken spookte het. Om middernacht brandde daar altijd licht in de toren. Tijdens de eerste wereldoorlog zijn de Duitsers uit die tempel weggevlucht en in een nabijgelegen weide gaan overnachten.
In de Maten is ooit een kerk verzonken. Op een dag vond een juffrouw bij de Stiemer een wit draadje. Toen het meisje aan de draad begon te trekken, kwam er opeens een kerktoren boven water. De juffrouw schrok zo erg dat ze de draad losliet,…
In Stein heeft men ooit een kat van de toren gegooid. Toen had een man gezegd: "Als die kat blijft leven, dan blijft er geen enkele kat in Houtem!" Sindsdien heeft men in Houtem geen katten meer kunnen houden. De kat was nochtans wel dood toen ze…
Mijnheerke van Maldegem woonde in het midden van de bossen van Brugge. Toen de man op een dag te paard door zijn dreven reed, kwam hij een schaapherder tegen. "Maar jij hebt een mooie hoorn!" zei de man, en hij blies op de hoorn van de schaapherder.…
Tussen Blankenberge en Walcheren had iemand een zeemeermin gevangen. De echtgenoot van de zeemeermin wilde zijn vrouw terug en zong:
"Walcheren, Walcheren
't zal je berouwen
van te stelen meerminsvrouwe
Walcheren zal vergaan
en de toren alleen…
Op zaterdag vlogen de Duitse schapers op een schaap door de lucht. Op maandag waren ze alweer terug. Bij de Halletoren in Brugge bleven de schaapherders altijd even haperen.