De alvermannetjes woonden in de Averenberg tussen Waltwilder en Martenslinde. 's Nachts kwamen de alvermannetjes allerlei karweitjes opknappen voor de mensen. Wanneer men hun hulp nodig had, moest men de dwergjes bij de berg gaan roepen. De…
Mijnheerke van Maldegem woonde in het midden van de bossen van Brugge. Toen de man op een dag te paard door zijn dreven reed, kwam hij een schaapherder tegen. "Maar jij hebt een mooie hoorn!" zei de man, en hij blies op de hoorn van de schaapherder.…
Toen de graaf van Brugge aan het jagen was, raakte hij verdwaald tijdens een onweer. De graaf klopte aan bij een arme bezembinder en werd binnengelaten. De arme mensen herkenden de graaf niet en ze lieten hun gast op een bed van mos slapen. Hij kreeg…
Een roggebrood moet men niet aansnijden op het einde waar de bakker zijn naamstempel heeft gedrukt, want als je dit doet, snijdt je de bakker zijn hoofd er af. Dit zou zeer nadelige gevolgen kunnen hebben.
Een gesprek van twee opa's over seks. Eén opa zegt dat zijn geslachtsorgaan hard wordt, door het eten van roggebrood, waarop de andere opa naar de bakker gaat om roggebrood te halen. Opa wil nog meer brood dan de bakker zelf voorstelt.
De hoge ouderdom en de robuuste gezondheid van de Drentse inwoners zou komen doordat zij veel roggebrood, zuiver scharbier, kool en andere van zulke spijzen nuttigden. Anderen deden zich te goed aan melk, brij, dik bier en tuinvruchten en werden dik…
In militaire dienst werd er verteld dat er kogelresten of een stuk huls in het eten zat. Het escadron moest toen bij de overste komen, die het verhaal niet geloofde.
In oud roggebrood zaten wel resten van turf of kool.
In een hut wonen Jan en Griet. Als het in de winter hard sneeuwt, is het huis van het echtpaar niet te bereiken. Jan is doodgevroren en ook Griet is gestorven. Alleen de losgelaten geit heeft zich in leven weten te houden.
Een man verdenkt zijn vriend ervan een weerwolf te zijn. Als zijn vriend de volgende ochtend vroeg met hem wil afspreken slijpt hij alvast zijn bijl en neemt een stuk roggebrood mee. Hij ziet de weerwolf op de afgesproken plek, slaat de bijl door het…
Als mijn grootouders 's avonds uit huis gingen, zagen ze soms een plaagbeest met grote ogen. Ze gooiden dan roggebrood, zodat het beest er vandoor ging.
Jongens lieten bij een man een snee roggebrood door de schoorsteen zakken, en deden voorkomen dat de Here hem riep. De man meende dat de Here hem het brood schonk, en voldeed aan de opdracht om de volgende dag naar de kerk te gaan.
Wytse vertelde dat hij eens wandelde toen er een bont, groot beest naast hem kwam rennen. Het was een plaagbeest, en het ging pas weg toen hij roggebrood te voorschijn haalde.
Ons vader ging eens in Leeuwarden eten; het was al nacht toen hij terugkwam.Er kwam een plaagbeest bij hem. Hij voerde het roggebrood. Het was groter dan een hond, roetzwart en met lange oren. Vader wou het een zakdoek om de hals doen, maar toen was…
Om zich te beschermen tegen toverij, droegen kinderen duivelsdrek om hun nek en deden de mensen het onder hun drempel. Of ze droegen een korst roggebrood bij zich. Een heks toverde een krans in het kussen van een kind. Als een kind dan betoverd was,…
Van zeven meisjes die in leeftijd op elkaar volgen is er één een nachtmerrie. Van zeven jongens is er één een weerwolf. Nachtmerries gaan 's nachts bij de mensen op de borst zitten en knijpen de keel dicht. Een stukje roggebrood helpt om de…