Twee zusjes die samen naar huis wandelden, zagen in de buurt van het Biesenkasteel een grote grijze man uit het bos komen. Bij de slagboom was de man opeens spoorloos verdwenen.
Een tienjarige misdienaar moest in Ramskapelle een kelk gaan lenen. Toen de misdienaar de kelk was gaan halen en samen met zijn hondje terug in Heist kwam, zag hij daar een man staan, die zo dik was als drie mannen samen. De misdienaar klampte zich…
Een man die terugkwam van de chicorei-ast, moest voorbij een grote weide wandelen. Aan de andere zijde van de weg stond een hoge haag. In de verte zag de man tot zijn grote schrik een oneindig grote kerel staan.
Twee broers uit Geeraardsbergen die altijd een goede verstandhouding hadden gehad, kregen ruzie, waardoor de twee zelfs niet meer langs dezelfde deur wilden binnengaan in de kerk. Op een dag wandelde één van de broers door het bos en zei driemaal:…
Een schaapherder die Wannes heette, kwam met zijn schapen in een groot bos. Daar zag Wannes twee reuzen staan, van wie de ene met zijn hoofd in de kruin van een hoge populier zat. De reus keek naar beneden, zette de schaapherder op zijn schoen en…
Een man die terugkwam van de bakker, kwam bij de slagboom van de schaapherder een reus tegen die zo groot was als een lantaarnpaal. Toen de man dichterbij kwam, was de reus plots verdwenen.
Een man die door Buggenhoutbos wandelde, zag iemand aankomen, die zo groot was als een boom. De reus moest de takken van de bomen uit de weg duwen om door te kunnen. Plots werd de man door de reus bij de baard gegrepen. Toen de man die avond…
Een man en een vrouw woonden met zeven kinderen in een groot bos. Eén van de zoontjes was zo klein dat men hem Klein Duimpje noemde. Op een dag hoorde Klein Duimpje hoe zijn ouders het plan beraamden om de zeven kinderen in het bos achter te laten…
Een man die op zondagavond langs de Steenhuffelstraat terugkwam van de herberg, zag naast iedere telefoonpaal die langs de weg stond, een man staan, die nog groter was dan die paal. Plots bedacht de man dat het al lang geleden was dat hij met Pasen…
Berb, Lis en Jang kwamen terug van Biebelen, waar ze paaseieren waren gaan halen. Onderweg liep Jang plots bang naar het bos. Op de berg stond een reusachtige dikke vrouw die uit een andere wereld leek te komen.
Een man ging van Geneuth naar Kotem omdat hij dacht dat er een huis in brand stond. Toen de man daar aankwam, bleek er nergens brand te zijn. In het 'Stiegelweggetje' kwam de man de Wandelende Jood tegen. Dat was een uitzonderlijk grote man die…