Vroeger vertelde men dat zondaars die te communie gingen, de duivel zouden tegenkomen. Die had een lange zwarte staart en een rood gezicht dat altijd brandde.
Als mensen jaloers waren op iemand wiens werk goed vlotte, dan zeiden ze soms: "Jij wordt…
Een Zwarte Madam was een duivel in de gedaante van een mooie vrouw, die de mensen verleidde, met hen sliep en hen op het slechte pad probeerde te brengen.
Over mensen die veel geluk hadden, zei men soms spreekwoordelijk: "Hij heeft het zwart…
Op zekere dag was in een dorp een moord gepleegd door een boer uit de streek. Toen de politieagenten de boer onderweg tegenkwamen, vroegen ze hem of hij iets wist over de moord. Daarop antwoordde de boer: "Ik kom van Kanegem en ik weet van niets".…
Ergens in een huis woont een man alleen met zijn zuster, en zij is een zogenaamde "klop": een katholieke vrouw die niet in een klooster woonde maar wel de kuisheidsgelofte had afgelegd. Een klop stond niet altijd goed bekend), en het gezegde luidde:…
Bij een kind dat moeilijk leert spreken, moet men de tong van onderen los knippen. Doet men dit bij eksters, kerkkraaien en raven, dan zal men deze vogels gemakkelijk kunnen leren praten. Hier komt het spreekwoord…
Om het werk van de duivel tegen te gaan, bedacht men vroeger allerlei middelen. Een van deze middelen is het plaatsen van een liggend rooster voor de ingang van een kerkhof. Vee, en ook de duivel vanwege zijn paardenpoten, zou hier niet over kunnen…
Een Fries spreekwoord zegt: "de duivel is in het koren". Dit betekent dat er chaos is ontstaan in het gezin of in zaken waar men mee bezig is. Het spreekwoord komt van het verschijnen van 'brandaren', zwarte aren die niets bevatten, in het koren.…
Een schoolmeester geeft de kinderen de opdracht een spreekwoord op te schrijven. Een jongetje tekent in de hoek van een blad een klein mannetje dat op de meester lijkt. De jongen zegt dat hij 'Het ongeluk zit in een klein hoekje' heeft verbeeld. De…
Een advocaat maakt zijn zoon ook advocaat. Vader had zelf eens in de gevangenpoort gezeten. De zoon moest eens pleiten in de gevangenpoort. Hij ging duchtig en agressief te keer. De andere strafpleiter reageerde met een spreekwoord: een hond is op…
Jacob vermaant de arme Dirk, die elke dag de bloemetjes buiten zet. Volgens Jacob zou Dirk wat moeten sparen. Daarop vraagt Dirk hoe hij dan nou kan. Het spreekwoord luidt immers: Wie spaart, heeft wat, en hij heeft geen cent meer.