Een jongen die op een avond een dwaallichtje boven het broek van de Ongelberg zag zweven, wenkte naar het lichtje en ging vervolgens naar binnen. De deur was nog maar net dicht, of er weerklonk een luide bons. De volgende ochtend stond de hand van…
Omstreeks 1911 liep de hemelgeit vaak rond in de broeken van Merkem. De mensen gingen iedere avond luisteren bij de oever van de Ijzer, waar ze een geit hoorden blaten. Ze geloofden dat die geit de geest van een overleden man was. Een maand lang…
In het broek van Schulen verschenen 's nachts dwaallichtjes. Men mocht in geen geval naar die geesten fluiten. Als men dat toch deed, dan stond er de volgende dag een rode hand in de deur gebrand.
Een man ging 's nachts in de Vuufhuzenvaart in Woumen met een klein bootje vissen. Terwijl de man zat te vissen, zag hij uit het Rillebroek een lichtje komen. Het lichtje kwam recht op de man af en duwde zo hard op zijn paraplu, dat er water in de…
Een man die met een fluwelen broek naar huis liep, hoorde onderweg de hele tijd: "Pakkem! Pakkem! Pakkem!" Omdat de man bang was, liep hij steeds sneller. Hoe sneller de man liep, hoe sneller de vreemde geluiden elkaar opvolgden. De man liep snel…
Jan L. uit Sledderlo ging 's avonds vaak zijn vriendin in Langerlo opzoeken. Onderweg hoorde Jan altijd een stem die riep: "Vat hem! Vat hem!" Hoe sneller de man liep, hoe vaker er werd geroepen. Het geluid dat de man hoorde was de stof van zijn…
De waterduivel zat aan de waterkant zijn broek te herstellen met de woorden: "Zet ik hem hier, 't is lap op lap, zet ik hem daar, 't is een achterste op 't gat". Een voorbijganger sprak tot de waterduivel: "Zet het op het gat". Toen de waterduivel…
Een man die in het broek de koeien ging hoeden, hoorde altijd een vreemd geruis en zag in het bos een dode terugkomen. Toen men had gebeden, verscheen de dode niet meer.
Enkele mannen die omstreeks elf uur 's avonds terugkwamen van de kermis in Paal, zagen bij de Zwarte Ring een vuurbol in het broek. De brandende bol zweefde heen en weer boven de weide. Toen één van de mannen hevig vloekte, begon de vuurman het…
Een jongeman werkte als knecht op een boerderij aan de Maas. Op vastenavond reed de jongen met het paard ergens naartoe. De volgende ochtend lag het paard dood in de stal. Merkwaardig genoeg gebeurde hetzelfde drie jaar later opnieuw. Toen de…
In een broek of een moeras zag men vaak dwaallichtjes. De dampen die uit de grond opstegen, veroorzaakten een vlam wanneer ze in contact kwamen met de lucht. Door de dwaallichtjes zijn veel mensen verdwaald en in het moeras verdronken.
Op een winterdag ging Toon W. met enkele vrienden naar de markt in Hasselt. Onderweg stelden de mannen vast dat ze geen lucifers bij zich hadden om hun pijp aan te steken. In het broek zagen ze een vuurbolletje op de grond liggen, waaraan ze hun…
Dwaallichtjes stegen vaak op uit een weide of een broek. Wanneer men naar een dwaallichtje had geroepen, leek het alsof men door het lichtje werd gevolgd. Men slaagde er nooit in een dwaallichtje aan te raken.
Dwaallichtjes zag men vaak op en neer bewegen in de buurt van een broek. Hoewel de mensen beweerden dat dwaallichtjes de zielen van ongedoopte kinderen waren, geloofden sommigen dat het lichtgevende wormpjes waren.
De waterduivel zat aan de waterkant zijn broek te herstellen met de woorden: "Zet ik het hier, 't is lap op lap. Zet ik het daar, 't is nevens gat". Een voorbijganger sprak tot de waterduivel: "Zet het op het gat". Toen de waterduivel vervolgens in…
Dwaallichtjes waren ongedoopte zieltjes die men vooral tegenkwam in het broek. Net zoals de Jehovahs kwamen ook dwaallichtjes na hun dood altijd opnieuw terug.
Een man die door het broek naar huis ging, zag een rode vuurbol die haast zo groot was als een voetbal. De vuurbol zweefde ongeveer een meter boven de gond en bewoog de hele tijd op en neer.
Dwaallichtjes waren de zieltjes van ongedoopte kinderen die uit het moeras kwamen. Een man die 's avonds een dwaallichtje tegenkwam, wilde het lichtje dopen met het water van de gracht. Het volgende ogenblik werd de man bijna in de gracht geduwd…
In een weide of een broek zag men vroeger vaak lichtjes. Jongemannen die gedronken hadden, zeiden vaak gekscherend: "Kom, we gaan eens naar de vuurman kijken".
Een man die 's avonds met zijn hond op pad was, zag een dwaallichtje dat in de richting van het broek vloog. De haren van de hond stonden rechtop van angst. Dwaallichtjes verschenen vooral in de buurt van turfkuilen waar veel salpeter in de bodem…