Een boerin werd omstreeks middernacht wakker omdat ze een geluid hoorde op de graanzolder. Het leek wel alsof iemand graan aan het scheppen was. Even later leek het alsof de planken onder het dak werden losgetrokken. Daarna hoorde men stenen van…
Een echtpaar en een jongetje reden met de koets ergens naartoe. Toen de mensen onderweg een oud vrouwtje tegenkwamen, begon het jongetje met de vrouw te lachen. Daarop sprak de man: "Lach niet met dat vrouwtje, want we zouden weleens problemen kunnen…
Op de maandag van Humbeek-kermis gingen de mensen 's ochtends hun steenkool betalen. Enkele mensen hadden schapen op het kerkhof gezet, zodat het gras op de weggetjes kort werd gehouden. Een man die terugkwam van de kermis, was vergeten dat de…
Toen de dorsmachine was vastgereden op het veld, slaagden de drie sterkste paarden er niet in de machine los te trekken. "Het zal niet lukken", had een vrouw uit de buurt gezegd, die in het deurgat stond te kijken. De vrouw kreeg gelijk. De volgende…
In Ichtegem stond een schuur waar vreemde dingen gebeurden. Iedere ochtend waren de planken van de schuur losgetrokken, zodat men ze telkens opnieuw moest vast timmeren.
Een man die met de paardenkar op weg was, werd geplaagd door een toveres uit de buurt. Het paard wilde de kar namelijk niet trekken en rukte zich altijd los van het gareel. Nadat de man een medaille van Sint Benoît aan het gareel had bevestigd, wilde…
Een man die toverboeken bezat, bekeerde zich op zijn sterfbed. Toen de pastoor op weg was naar de man, druipte het zweet van zijn gezicht. Een vreemde kracht hield de pastoor tegen en trok zelfs zijn schoenen stuk. De geestelijke verbandde de…
Een visser mocht nooit zeggen dat hij zich ging scheren, want dat bracht ongeluk. Toen een man op een dag toch had gezegd: "Ik was juist van plan om mij te gaan scheren", liep het schip even later vast. Het koste gelukkig maar weinig moeite om het…
van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962
Een voerman zat een keer goed vast met een kar. Nikolaos kwam langs en zei dat hij de os even weg moest halen. En toen heeft hij in zijn eentje de wagen losgetrokken.
Een sterke man kan het niet aanzien dat een paard er niet in slaagt een vastgelopen wagen uit het mestgat los te trekken. De krachtpatser trekt de wagen er vervolgens zelf uit.
Waarom de apen kale billen hebben: een houthakkende aap laat de bijl op de billen van een andere aap vallen. De houthakkende aap probeert het bloeden van de andere aap te stelpen door op de wond te gaan zitten. Als het bloeden ophoudt, zitten de twee…
Jan Hepkes vangt een snoek, spant die voor zijn roeiboot en laat zich trekken, waarbij hij geregeld een ei als aas voor de snoek gooit.
De snoek, die 's avonds wordt opgesloten in een visnet dat aan een deurkozijn is vastgemaakt, heeft zich eens…
Een boerin gaat naar een arts om een doorn uit haar voet te laten trekken. Terwijl hij bezig is laat ze van angst een scheet. 'Zo, die is er uit' zegt de dokter. De boerin denkt dat hij het over de doorn heeft en zegt: 'Och meneer, zuig er aan, dan…
Een man uit Like is beurtschipper op de Liksterboot en af en toe komen er passagiers naar Groningen toe. Op een keer zit het schip Ebenhaezer vast en de schipper vraagt hem het schip los te trekken. De beurtschipper vraagt wat deze naam betekent. De…
Iemand die ruzie wil zoeken met Sterke Fije (Feije), wordt prompt bij de voorkant van de broek gegrepen door Fije. Fijes belager weet zich los te rukken en slaat op de vlucht met een halve broek aan: het hele voorstuk van de broek houdt Fije in zijn…
Een wagenvracht hooi blijft steken tussen de schuurdeuren. De paarden slagen er niet in de wagen los te trekken, maar Sterke Hearke krijgt de wagen moeiteloos op zijn plaats.
Vissers die hun fuiken willen zetten bij de oever van de vaart krijgen problemen met de smid van Eernewoude. Hij wil de fuiken hier niet hebben, omdat de vissers bij de wal wellicht zijn verborgen schat vinden. Om dit te voorkomen verwijdert hij de…
De `Langesleatter man' ledigt en verwijdert vaak fuiken. Om dit te voorkomen snijden de vissers een kruisje in de stokken van hun fuiken en in de koppen van de roeiriemen. Eventuele spoken durven ze dan niet beet te pakken.