Dwaallichtjes waren rupsen of maden die vooral voorkwamen in moerassige gebieden, zoals in Koersel. In die moerassen zijn vroeger veel mensen verdronken. De mensen geloofden dat dwaallichtjes de zielen waren van de mensen die waren verdronken.
De mensen geloofden dat het in de moerassen van Teisserik (Genk) en Miezerik (Diepenbeek) spookte. Er zaten immers veel glimwormpjes, die voor dwaallichtjes werden aanzien. Wanneer men in één van die moerassen aan een stok trok, dan hoorde men de…
In Zichen geloofden de mensen dat de zieltjes van gestorven kinderen op de bermen van de grachten kwamen zitten en licht gaven. In werkelijkheid waren dergelijke lichtjes glimwormpjes.
Dwaallichtjes waren glimwormpjes die in de weide zaten. Een vrouw die 's avonds door de weiden naar huis kwam, raakte verdwaald door het zien van een dwaallichtje. Pas om drie uur 's nachts kon de vrouw zich weer oriënteren. Ze bevond zich op de…
In de gracht naast het tramspoor van Luik naar Bilzen zagen de mensen soms lichtjes. De mensen waren erg bang voor die lichtjes. Later ontdekten ze dat het vuurmaden waren.
Een man die terugkwam van Mellaar, dacht dat hij een man met een lantaren zag. Het was echter een dwaallichtje. Dwaallichtjes waren gele glimwormpjes die men vooral in moerassen en laaggelegen weiden zag.
Vroeger waren de mensen soms bang voor glimwormpjes die in de struiken zaten. 's Avonds gaven die wormpjes namelijk licht. De mensen geloofden dat glimwormpjes met het kwaad te maken hadden. Ook voor Kludde met zijn keet waren de mensen bang. Kludde…
Stallichten of glimwormpjes verschenen in het donker boven een meer of boven een stinkende put. De mensen geloofden dat dat dwaallichtjes waren. Dat waren rondzwevende zielen uit de hel of uit het vagevuur. Ook een vallende ster werd door de…
In de Boetikel kon men iedere avond 't Planeviertje zien. Een man die op een avond naar huis wandelde, zag op die plaats een man met een laken zitten, die de hele tijd zei: "God gaf, God nam". Sommige mensen beweerden dat de lichtjes die men daar…
De vuurman was een grote bol vuur. Een man uit een boerderij aan de Maas had naar de vuurman gefloten, waarna een andere snel de deur dichtsloeg. De volgende dag stond er een grote zwarte hand in de deur gebrand.
De vuurbol was echter niet meer…
Omdat de meisjes ruzie hadden, gingen de jongens 's avonds de kapel van Onze Lieve Vrouw versieren met een meiboom vol strikken. Toen de jongens bij de oude boomstronk begonnen te graven, kwamen er allemaal vurige glimwormpjes tevoorschijn. De…
Dwaallichtjes zag men vaak op en neer bewegen in de buurt van een broek. Hoewel de mensen beweerden dat dwaallichtjes de zielen van ongedoopte kinderen waren, geloofden sommigen dat het lichtgevende wormpjes waren.
Glimwormpjes waren de zieltjes van ongedoopte kinderen. Als men zijn vinger uitstak, kwam er een glimworm op zitten. Men moest dan een kruisje maken om het kindje te dopen.
's Avonds zagen de mensen in de bossen zijdewormen die 's nachts licht gaven. De mensen geloofden dat dat terugkerende geesten waren. Die geesten werden 'arme rullen genoemd'.
Vroeger waren de mensen erg bang voor dwaallichten of stallichten. Vermolmde boomstronken van olmen weerkaatsten soms licht dat door de mensen voor een dwaallicht werd aanzien. Ook glimwormpjes spraken sterk tot de verbeelding van de mensen.
Bij 't Steentje spookte het. Men kon er altijd een licht zien.
Wellicht werd dat licht veroorzaakt door glimwormen die tussen de boomwortels zaten. 't Steentje was immers gelegen bij een beukenbos waar ook 'lorussen' (?) stonden.