Op de weg naar de molen van Sint-Denijs stonden knotwilgen waarin iedere nacht lichtjes heen en weer sprongen. De mensen geloofden dat het doodkeersen waren. Op een ochtend hing aan één van die bomen het lijk van een man die was opgehangen door zijn…
Een man die 's avonds omstreeks tien uur terugkwam van Rosmeer, werd in de Diepe Straat gevolgd door een dikke ketting die van een knotwilg was gevallen.
In Rijkhoven had een vuurman een knotwilg in brand gestoken. De vuurman verplaatste zich van de ene boom naar de andere en ging uiteindelijk in de richting van de waterval.
Op een boerderij in Mopertingen werkte een knecht die 's avonds altijd wegging. Omdat de boer erg nieuwsgierig was, besloot hij op een avond de knecht te bespieden. Zo zag de boer dat de knecht in een holle knotwilg kroop en een tijdje later weer…
Op een boerderij waar drie paardenknechten werkten, sprak één van de knechten tijdens de Adventsperiode tot de boer: "Eén van de knechten komt altijd omstreeks twee of drie uur 's nachts thuis en kruipt dan verstijfd van de kou in bed. Het is toch…
Een man ging op een berg takken van knotwilgen halen. Toen de man in de boom zat, hoorde hij plots gelach achter zich. Hij draaide zich om en zag dat wel tien of twaalf heksen hem zaten uit te lachen. Doordat hij zo geschrokken was, viel de man…
Een vijftienjarige jongen was op een stormachtige avond met enkele vrienden gaan kaarten. Toen de jongen naar huis ging, kwam hij bij het Donkergat. Dat was een beboste dreef waar knotwilgen stonden en een beek stroomde. De jongen was verbaasd daar…
Spoken waren mensen die met een laken op hun hoofd op een knotwilg gingen zitten. Sommige farçeurs droegen ook een ketting om hun hals. Voorbijgangers geloofden dat ze een terugkerende dode zagen en liepen snel voort.
Een man die met zijn hond op jacht was, zag een mooie kat zitten. De hond ging naar de kat, maar kwam even later met de staart tussen de poten terug. De man probeerde naar de kat te schieten, maar hij miste. Enkele dagen later kwam de man bij een…
Een man die terugkwam van Staden, zag naast een boerderij twee nonnen in een knotwilg zitten. De man sprak tot de nonnen, maar ze antwoordden niet. Even later waren ze verdwenen.
Je had hier vroeger een boerenknecht, die 's avonds het paard naar de wei ging brengen. Die knecht nam altijd een brede leren riem mee tegen de zwarte hond. Als die knecht er aankwam, sprong die zwarte hond uit de knotwilg en dan begon die hond door…
Een groep van zes boeren kaartten altijd tot een uur of tien, op een na, die om negen uur vertrok. Op een keer besloten ze hem te volgen en zagen hem naar een oude knotwilg gaan en een berevel omdoen en weggaan. Later kwam hij terug en kleedde zich…