Een man die naar Neerpoeten (1) ging, zag een duivelskop achter de rug van een vrouw verschijnen. Even later was de duivelskop verdwenen. Wanneer de man op zondag omstreeks elf of twaalf uur naar huis wandelde, zag hij een toveres in de gedaante van…
Een man en een vrouw die op een avond naar huis kwamen, zagen een vreemde gedaante naar zich toe komen. Het was een zwarte figuur met een gebogen rug. De man wist zijn angst te overwinnen en vroeg: "Wie ben jij? Geest of geen geest, wie ben jij?"…
Een vrouw zag iedere avond een doodskaars op het hondenhok zitten. De hond blafte en durfde de kaars geen kwaad te doen. Sinds het bestaan van het Sint-Jansevangelie is er veel minder spokerij.
Osschaart liep vaak over straat met een lange ketting. Een man die zich op zaterdagavond altijd ging laten scheren, zag vaak een grote grijze hond met een ketting. De hond liep met de man mee tot de man thuis was. Daar sprong de hond in het water en…
Een meisje kwam 's avonds omstreeks half tien terug van de kermis. Toen het meisje langs de beek liep, zag ze een grote man vóór zich lopen. Doodsbang maakte het meisje zich klaar om naar een nabijgelegen huis te spurten. Even later ging de grote man…
Een man en een vrouw kwamen op een avond terug van hun werk, toen ze een vreemde gestalte zagen voorbijlopen. Toen de man de gestalte aanraakte, meende hij een lederen hond te kunnen voelen.
Een man die 's avonds altijd ging kaarten, had de gewoonte om langs het kerkhof naar huis te gaan. Wanneer de man tussen elf en twaalf uur voorbij het beeld van Onze Lieve Heer kwam, zei hij altijd: "Goedenavond, Onze Lieve Heer". Op een avond…
Op een avond kwam een vrouw een huis binnengelopen met de woorden: "Mensen, kom alstublieft mee, want op de weg wordt ik de hele tijd door iets achtervolgd!" Eén van de mannen ging de vrouw achterna en nam een dapper hondje mee. Op de bespookte…
Op de een boerderij in Anzegem had iemand 's avonds een processie zien voorbijkomen. Vooraan liep een grote hond met kettingen, die gevolgd werd door een groep witte gedaanten. Er werd gebeden en er werden mooie liederen gezongen. Men kon de…
Enkele mensen die op een zondagavond in hun stamcafé aan het kaarten waren, raakten verwikkeld in een gesprek over Osschaart. Eén van de mannen zei: "Als je hem tegenkomt, moet je je vest naar hem gooien. Hij zal dan heel tevreden zijn". Toen de…
Enkele mannen die bij een boer werkten, gingen iedere avond naar huis. In Stalhille hoorden de mannen geschuifel, hoewel er niets te zien was. Het geluid kwam steeds dichterbij.
Twee vrouwen die op een avond terugkwamen van Zammel, werden gevolgd door een vreemd licht. De vrouwen renden naar huis zo snel ze konden. Toen de vrouwen achteromkeken, zagen ze het licht naar beneden slaan.
Een man uit Dottenijs kwam 's avonds een geraamte zonder armen en zonder benen tegen. "Goedenavond", zei de man, maar er kwam geen antwoord. Doodsbang liep de man weg.
In Geluwe woonde een man die 's avonds bij maneschijn voorbij een elzenhaag liep. Op een dag zag de man in die haag een kop met ogen als vuurbollen die de hele tijd heen en weer bewogen. Zulke spokerij had de man nog nooit eerder gezien.
In een boom op het kerkhof zag men altijd een lichtje heen en weer bewegen, zodat de mensen geloofden dat het er spookte. Op een avond kroop er een tweede grapjas in de boom, wat hoger dan de eerste. Toen de eerste het vreemde licht zag, viel hij…
Een vrouw over wie men vertelde dat ze een toveres was, had twee knechten en twee meiden. Die toveres kon ervoor zorgen dat men bij de loting in Langemark een goed of een slecht nummer trok. In die periode ging de toveres zes keer per dag rond om de…
In Zillegem woonde een framasson op een boerderij. Iedere avond kwam er een processie met mooi aangeklede heiligenbeelden voorbij die boerderij. Op die plaats vloog de processie echter door de lucht. Bij de dood van de framasson vertelden de mensen…
Een man die 's avonds in Maaseik toneellessen gaf, moest op de weg naar huis altijd de weerwolf dragen. Later is gebleken dat het zijn leerlingen waren, die hem bang wilden maken.
In Wolvertem woonde een boer die zijn paarden na zes uur niet meer in de weide kon houden. De dieren sprongen over de omheining en liepen naar huis. De boer geloofde dat dat door toverij kwam. In werkelijkheid wisten de dieren wellicht dat het tijd…
Een jongen die met zijn vrienden op het kerkhof wandelde, schopte tegen een doodshoofd en zei: "Als er nog leven is in jou, kom dan vanavond maar aan mijn tafel eten". Diezelfde avond werd er aangebeld. Het spook kwam binnen en kreeg een Roemer…