Langs de Maas liep elke avond een schim die riep: "Haal over... Haal over!" De mensen geloofden dat de vrouw en het kind van die man aan de andere kant van de Maas zouden hebben gestaan. Op een dag gingen enkele moedige mannen naar het roepende…
Op een boerderij werkte een koewachter die nooit wilde doen wat men hem vroeg. Op een dag moest de koewachter brood brengen naar de mensen die op het veld aan het werk waren. De koewachter weigerde en gooide het brood in een hoop mest. Toen de boer…
Een boer en een boerin kwamen om twaalf uur 's middags terug van de markt. De boer zei: Als het God belieft, dan zijn we bijna thuis". Daarop antwoordde de boerin: "Of het God belieft of niet, we zijn in ieder geval bijna thuis". Het volgende…
Een boerin uit Wulpen reed met paard en kar ergens naartoe. Onderweg sprak de koetsier: "Met Gods wil zijn we er bijna", waarop de boerin antwoordde: "Met Gods wil of zonder Gods wil, we zijn er in ieder geval bijna". Het volgende ogenblik zakte de…
In Kerkhoven stond een kerkje waar iedereen uit de buurt naar de mis kwam. De klok uit dat kerkje is verzonken in het ven. Toen men er bijna in geslaagd was de klok naar boven te trekken, zonk ze opnieuw weg in het ven.
Een boer liet de pater komen omdat er vanalles misliep bij hem. Twee paarden konden amper een kar trekken, waarop alleen maar een hoopje drek lag, omdat de wielen van de kar zo diep in het drek zakten.
Toen de broeders van de abdij van Sint-Jansberg 's nachts de metten aan het bidden waren, kwam er plots een roversbende binnengevallen. De abt sprak: "Halt, kapitein. Dood mij alleen en laat de andere broeders in leven". De rovers wilden echter…
In de 'rode beemd' in Kaulille is ooit een klok verzonken. Op kerstdag hoorde men die klokken luiden van onder de grond. Het waren klokken die een slechte peter of meter hadden en die door toedoen van de duivel in de grond waren gezakt.
Een koetsier die met zijn bazin bij slecht weer terugkwam van de markt, zei: "Als het God belieft, dan zijn we er bijna". Daarop antwoordde de bazin: "Of het God belieft of niet, we zijn er bijna!" Het volgende ogenblik zakte de koets weg in een put.
De framassons bezaten en kasteeel waarin ze konden eten en drinken zoveel ze maar wilden, terwijl er buiten mooie muziek weerklonk. Wanneer een nieuwsgierige persoon een raam of deur van dat kasteel openmaakte, dan zou het gebouw verzinken.
Een rijke man en twee dames zijn met hun koets die werd getrokken door een wit paard, in de Echelekuil gezonken. De stemmen van de slachtoffers heeft men daarna nog lange tijd gehoord.
Een boer en een boerin uit Oostduinkerke kwamen samen terug van de markt. Toen ze bij het hek waren, zei de boerin: "Als het God belieft, dan zijn we thuis". Daarop antwoordde de boer: "Of het God belieft of niet, we zijn in ieder geval thuis!" Het…
In Vagevier (gehucht van Moorslede) is ooit een kasteel verzonken. De houthakkers die aan het werk waren in het bos waar het kasteel had gestaan, ontdekten in de grond de oude kelder van het kasteel. In de kelder vonden ze een metalen koffer. De…
Op en morgen komt er een pelgrim bij een kasteel en vraagt om een aalmoes. De kasteelheer wijst hem echter weg en er komt een vloek over het kasteel. Bij klokslag twaalf zakt het kasteel in de grond weg. In de lente komen er op dezelfde plaats…
Johanna van Brabant kwam in december met haar koets vast te zitten in de modder. De mensen uit De Westerik hielpen haar weer op de goede weg. Die nacht overnachtte ze in de herberg op het Vrijthof. De volgende ochtend zag ze de mooie toren van de…
Johanna raakte vast in het moeras van het Donkven. De boeren uit de Westerwijk kwamen haar te hulp. Als beloning kregen zij de Donkven in gemeenschappelijk bezit. Iedere avond luidt het Johanna van Brabantklokje als herinnering aan de redding.
Man vertelde dat hij op een avond het geluid van hoge hakjes hoorde. Toen hij opkeek stond er een vrouw bij hem die hem vroeg hoe ze naar Leeuwarden moest lopen. Hij zei haar welke kant ze uit moest, en wilde haar nakijken. Ze was niet meer te zien,…