Blader door items (72 in totaal)
Volksverhaal - SINBRABSAG048 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - SINBRABSAG047b - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - SPORDS06 - 6. AVONTUREN VAN LEIENAARS
sage
Volksverhaal - TINNEV192 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - TINNEV191 - De vuurkeals
sage
Trefwoorden: angst, arbeider, daghuurder, deur, duivel, geschrokken, gesloten, huis, monster, poepen, schrik, smid, vlammen, vurig, vuurkeals, vuurkerel(?), vuurmonsters, ziek
Volksverhaal - CJ015701 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - DIVTX550 - [Zonder titel]
mop
'De mijne is koel en dromerig,' zegt de eerste. 'Naakte mannen heeft ze alleen op het naaktstrand gezien.'
'De mijne is net een vulkaan,' zegt numero twee. 'Heet en vurig, en twee uitbarstingen…
Volksverhaal - CJ008915 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - LIJST084 - C. Verhaal van 'n visker ± 1860.
sage
Trefwoorden: aantrekken, afweer, bederven, beschermen, blauwachtig, duisteren, duivel, formule, gebed, hond, hoofd, koers, licht, onweerstaanbaar, oog, roepen, roer, rotten, schip, stank, stinken, ton, trekken, vader, vangst, verdwijnen, verleggen, visser, voordek, vurig, zien, zwart, zwavel, zweven
Volksverhaal - LIJST082 - De Duivel
sage
Volksverhaal - LIJST010 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - LYST207 - Toon de hond
sage
Trefwoorden: bangmaken, dood, duivel, hond, ketting, kommies, middernacht, misdaad, mislukken, naloop, oog, rammelen, schrikken, smokkelaar, sneuvelen, soldaat, sterven, straf, terugkeren, terugsturen, verkleden, verschrikken, vurig, wandaad
Volksverhaal - SWATER52 - Het geworpen mes
sage
Volksverhaal - CBAK0463 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - CBAK0441 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - CBAK0418 - [Zonder titel]
sage
Volksverhaal - CBAK0374 - [Zonder titel]
sage
Trefwoorden: bevinding, blijven, buiten, bulderen, derde, dood, dreunen, drie, echtgenoot, harde, huis, kat, meemaken, ongunstig, ontmoeten, oog, overlijden, prognose, schoonpapa, schoonvader, schoppen, slag, tegenkomen, verdenken, vertellen, vissen, voorloop, vooruitzicht, vurig, weggaan, ziek, zitten