Als vroeger de karn niet af wou komen, dan was die betoverd. Dan moest je er een hand zout in doen. En als de koeien op stal moesten, werd onder de graszoden zout gestrooid, dan zouden ze het kalf niet verleggen.
De geest van een boer die grensstenen van zijn land heeft verlegd, kan na zijn dood geen rust vinden. Nadat hij op zijn vragen waar hij de stenen moet laten, het antwoord krijgt dat hij ze terug moet leggen waar ze zijn weggehaald, wordt de stem niet…
Boer die grensstenen zou hebben verlegd, roept op zijn sterfbed waar hij de grenssteen moet laten. Antwoord is dat hij de steen moet terugleggen op de plaats waar de steen heeft gelegen.
Graaf laat rivieroever aan zijn kant aanslibben, waardoor de andere kant afkalft. Voor hij sterft kan hij deze daad niet goedmaken, zodat zijn ziel geen rust kan vinden. Hij is veroordeeld de afgekalfde kant weer te herstellen, wat in donkere nachten…
Boer die grenssteen heeft verlegd heeft na zijn dood geen rust, en vraag waar de steen moet worden neergelegd. Na antwoord van de benadeelde boer dat de steen neergelegd moet worden op de plaats waar de steen hoort, verdwijnt de stem. De volgende dag…
Een vuurman liep 's nachts rond te spoken met de gloeiende grenssteen, die hij tijdens zijn leven onrechtvaardig had verplaatst. Een grappenmaker zei hem de grenssteen weer terug te leggen waar hij hem had weggehaald. Nu kwam de vuurman op hem af, zo…
Vuurman meent dat hij bespot wordt en achtervolgt de man tot huis, die net op tijd naar binnen is. De volgende dag staat er een zwarte hand op de deur. Degene die een grenssteen verlegt moet als straf ronddolen als vuurman.