Drie jongens schepten eens op over hun vader. De eerste beweerde dat zijn vader over een kanaal kon springen. De tweede beweerde dat zijn vader een toren op was geklommen om het haantje eraf te halen. De derde beweerde dat zijn vader zo'n groot gat…
Langs de Lei te Alphen ligt een Kabouterswal, een tien meter lange gracht, die door de kabouters van de Prinsehoef is gegraven. Verder konden zij niet komen in verband met grond die door een priester gewijd was.
Een man fietst naar zijn werk en hoort hulpgeroep uit het kanaal. Hij redt de man, die een Belg blijkt te zijn. De man vraagt aan de Belg of hij kan zwemmen, waarop de Belg antwoordt dat hij niet wist dat zijn zwemdiploma ook in Nederland geldig is.
Twee mannen hadden in de kroeg nogal zitten vloeken. Op de terugweg werden ze toen door de duivel met hondenkar en al opgetild en in het kanaal gesmeten.
Een reus stond tijdens het baggeren al een hele tijd krom. Toen hij weer rechtop ging staan, deed zijn rug pijn, en hij zei: "Ah...krom!" Sindsdien heet die plek Akkrom. (Ander verhaal: Twee reuzen waren een kanaal aan het graven. Toen de ene omkeek,…
Voorbeelden van voorloop: schepen op land waar later een kanaal is; lichtjes waar later een fabriek is gekomen; warme muur in huis dat later afbrandt; lichtje in huis waar later een sterfgeval is.
Zien van schepen op de heide waar later een kanaal is gekomen; zien van lichten in het veld, voorspelling dat ergens huizen komen. Iemand kijkt bij een boerderij altijd zwijgend naar boven, later valt er iemand naar beneden en sterft.
Zien van een schip met zeil dat door wit paard wordt getrokken op de plaats waar later een kanaal komt. Het eerste schip zou door een wit paard getrokken zijn.
Zien van lijkstatie; met de helm geboren man ziet van tevoren begrafenisstoet, brand, schepen op land waar later een kanaal komt, lichtjes waar later een weg loopt.
Jan Hepkes kon vreselijk hard fietsen. Op een keer was hij met zijn bakfiets onderweg, toen hij door de wind in de lucht werd opgenomen. Hij ging over het kanaal, en kwam daar weer op de grond en hij fietste weer verder.
Een man vloekte altijd erg veel en zat ook veel in het tuchthuis. Op een avond kwam er iemand zonder handen hem tegemoet, en die heeft hem in de vaart gegooid.
Jan Hepkes was eens voor zijn huis aan het vissen. Hij wilde even koffie drinken, en bond de hengel vast aan de deur. Even later zag hij opeens het kozijn en de deur in het water voortgetrokken worden door een enorme snoek. Hij kreeg het houtwerk te…
Een vrouw stond op het punt een varken te slachten, toen ze zei dat ze hoopte dat haar leven niet zo kort was als dat van het varken. Toen ze vervolgens water uit het kanaal ging halen, gleed ze uit, en verdronk ze.
Een man vroeg een koopman waar hij van zijn wilde eenden af kon komen. Hij had er namelijk in een schot 35 gevangen. De koopman zei dat als dat waar was, hij ook wel de grote snoek uit het kanaal kon vangen. Want die snoek was zo groot dat hij niet…
Een groepje jongens stond eens bij de trekvaart. Een van hen beweerde dat de vaart zo breed was, dat zelfs de duivel er niet overheen kon springen. Even later kwam er iemand aan, en die sprong zo over de vaart. De afdruk van een paardenpoot is nog…
Een groep jongens was eens aan het verspringen. Er kwam een kerel bij ze, die liet zien dat hij over het kanaal kon springen. Dat was de duivel. Aan de ene kant bleef de afdruk van een hoefijzer achter, aan de andere kant van een mensenvoet.
Een boerenmeid ging er in haar slaap vaak op uit om water te halen en te dweilen. Een knecht werd vaak wakker van dat slaapwandelen en had er genoeg van. Op een keer haalde hij de plank weg die over de vaart lag. Die nacht is de meid in de vaart…
Drie vissers gingen drie dagen achter elkaar samen vissen. Elke dag ving een van hen een enorm grote vis, elke keer dezelfde. De eerste dag zei de vis 'hallo' en zwom hij weer weg. De tweede dag hapte hij een gulden van de wal. De derde dag waren de…