Wanneer iemand zich met een laken als spook had verkleed, geloofden de mensen dat er een dode was teruggekeerd omdat hij een belofte was vergeten na te komen of omdat hij moest boeten voor een zonde.
Met Allerheiligen zag men vaak dwaallichtjes ronddwalen. Dat waren de zielen van slechteriken die moesten komen boeten voor hun zonden. Een vrouw uit Oostende bad iedere avond opdat God die lichtjes zou komen oppakken.
Een boerin werd omstreeks middernacht wakker omdat ze een geluid hoorde op de graanzolder. Het leek wel alsof iemand graan aan het scheppen was. Even later leek het alsof de planken onder het dak werden losgetrokken. Daarna hoorde men stenen van…
Een moeder wiens zoontje niet meer speelde en de hele tijd lusteloos zat te staren, kreeg van haar vader de raad om met een stuk van het hemdje van het kind naar een genezeres bij het kerkhof te gaan. De genezeres legde het hemdje in wijwater en…
Een man had altijd hoofdpijn. Op een zondagochtend ging die man samen met zijn vrouw naar een genezeres in Jette. Het was nog geen acht uur, maar er zaten toch al dertig of veertig mensen in de wachtkamer. Toen de genezeres iemand kwam halen in de…
Vroeger moesten de zieltjes die kwaad hadden gedaan, na de dood terugkeren. Als iemand de moed had om het zieltje aan te spreken, dan was het verlost. Nu blijven de zieltjes in het vagevuur om boete te doen.
Kinderen die fruit of ander voedsel van een toveres hadden aanvaard, werden ziek. Een kind dat kersen van een toveres had gegeten, was ook ziek geworden. De moeder van het kind ging te voet naar de Torekens in Dendermonde. De pater zei: "Het was tijd…
Een boer en een boerin gingen naar de paters van Maastricht omdat hun meid ziek was en omdat geen enkele dokter kon helpen. De meid had 'het fieflèèn'. In haar slaapkamer zat merkwaardig genoeg altijd een kat. De pastoor raadde de meid aan om…
Op een kruispunt in Moorsel woonde een jong echtpaar. De vrouw deed het huishouden en de man ging de hele dag uit werken. Op een middag kreeg de vrouw bezoek van een buurvrouw die een slechte naam had. De vrouw sprak tot die buurvrouw: "Ik zou voor…
Het Vrijbos was elfduizend gemete (1) groot. Dat bos werd aan de arme mensen geschonken. Het bracht niets op omdat niemand grondbelastingen betaalde. Wanneer de mensen hout durfden halen uit dat bos, moesten ze een dag in de gevangenis doorbrengen of…
Als in een stal veel dieren waren gestorven, dan liet men de paters komen om de stal te laten wijden. Men moest dan op bedevaart gaan en negen dagen boeten.
Een boer uit Tienen die behekst was, had zich laten overlezen en was daardoor genezen. Omdat de boer een slecht leven had geleid en geen boete had gedaan, raakte hij opnieuw behekst. Soms zag de boer de heks zitten. Ze dwong hem om op dezelfde…
Op een weggetje verscheen 's nachts een man met een briefje in zijn mond. De pastoor gaf de mensen de raad om de brief te nemen en te zeggen: "Maar ik verlang te leven". Dat spook zou een geestelijke zijn geweest die geld had gekregen, maar nooit…
De prinsbisschop van Horn heeft in Zichen-Zussen-Bolder de ruïnes van de Grote Burcht afgebroken. Enkel de twee torens heeft hij laten staan. Als boete voor de vijfhonderd doden die bij die slag waren omgekomen, heeft men op die plaats een kapel…
Twee zussen hadden afgesproken dat diegene die als eerste zou sterven, de andere zou komen verwittigen, zodat die voor de overledene op bedevaart kon gaan naar Onze-Lieve-Vrouw van Halle. Toen één van de zussen was gestorven, hoorde de andere op een…
Een dokter die op een nacht naar een patiënt op 't Blokske moest, dreigde het slachtoffer te worden van rovers. De dokter sprak echter tot de rovers: "Blijven jullie eens hier! Jullie zullen hier blijven staan tot ik het zeg". Daarop ging de dokter…
Doden moesten terugkeren om verborgen geld of goud boven te halen. Ze moesten soms ook terugkomen om zich te verantwoorden voor een zonde, zoals bijvoorbeeld een diefstal in de kerk.
Een jongen werd 's nachts wakker omdat hij pijn had aan zijn ogen. Omdat de pijn maar niet ophield en de jongen geen licht kon verdragen, gingen zijn ouders met hem naar een mannetje in Rosmaal. Het middeltje dat de dokter had voorgeschreven,…
Op de zolder van een boerderij hoorde men altijd kettingen rammelen en een stem roepen: "Jan uit en de boter toe!" Het was de geest van een overleden boer die zijn boter tijdens de oorlog veel te duur had verkocht en die daarvoor moest komen boeten.
Een vrouw die geen boter kon maken, ging naar de minderbroeders in Halle. De pater sprak tot de vrouw: “Je moet een boete doen. Wanneer ik langskom, moet je me naar binnen roepen”. Nadat de pater het betoverde huis had overlezen, kon de vrouw opnieuw…
Een vrouw uit Ophoven had veel ongeluk in haar stal. Toen het paard op een dag niet meer op zijn poten kon staan, ging de vrouw naar het mannetje van Genk. "Jij bent veel te laat gekomen", zei het mannetje en hij wees naar enkele koeien en sprak:…
Op het kerkhof brandde iedere nacht een kaarsje op één van de graven. Men vertelde dat het een dode was, die moest terugkeren omdat hij niet gedaan had wat hij moest doen.