Drie kinderen gaan schaatsen - ondanks waarschuwingen - en zakken in het midden door het ijs en verdrinken. Hun geesten worden nog regelmatig waargenomen.
Een visser werd achtervolgd door de eeuwige kruier, die de hele tijd riep: "Hoe dieper hoe meer, hoe dieper hoe meer". De visser ging zo diep dat hij niet meer uit het water geraakte. De eeuwige kruier liep weg met een ketting achter zich om de…
Een man uit Koolskamp ging op een nacht met twee koeien steenkool halen bij de vaart van Boendale. Toen de man in Waardamme was, zei zijn knecht: "Dat is de parochie van de toveressen". Het volgende ogenblik gooide een vrouw haar raam open en riep:…
Een Duitse schaper die bij een boer werkte, kon zichzelf in een koe veranderen. Toen de schaapherder in de stal een meer had getoverd, ging de boer te rade bij de pastoor. De geestelijke gaf de boer de raad om de schaapherder pap met look te geven.…
Stallichten of glimwormpjes verschenen in het donker boven een meer of boven een stinkende put. De mensen geloofden dat dat dwaallichtjes waren. Dat waren rondzwevende zielen uit de hel of uit het vagevuur. Ook een vallende ster werd door de…
Op feestdagen gingen de vissers niet graag op zee omdat de eeuwige kruwer de garnaalvissers dan wilde laten verdrinken door te roepen: "Hoe dieper, hoe meer!"
De eeuwige kruier was een ster die zo'n zeven meter boven de duinen hing. Sommige mensen waren bang voor de eeuwige kruier. Er waren mensen volgens wie de eeuwige kruier altijd riep: "Hoe dieper, hoe meer!"
De klokken van het Sint Odulphusklooster zijn niet gewijd. Na honderd jaar krijgt een oude duivel ze mee. Hij en zijn neefje kaatsen met de klokken om ze uiteindelijk te laten vallen. Op de plek waar de klokken zijn gevallen, zijn twee meren…
van woensdag 19 september 1973 t/m maandag 17 februari 1975
Verteller Kluijtmans bestempelt verhalen over de duivel in 't Soemeer als primitieve bedenksels. Daar waste, naar men zegt, de moeder van de duivel zijn kleren en daarom was het water zo zwart.
In een stal wordt de Duivel gevangen. Deze wordt naar een gat in het landschap gebracht, vanwaar hij elk jaar een hanepas dichter bij zijn bevrijding kan komen. In Oostenrijk is er een kerktoren die deels onder water staat. Daar ziet men een ster van…
Dingen worden door iets over de deel gesmeten. De pastoor vangt het in een rode zakdoek, die hij naar een poel brengt. De daders mogen elk jaar één hanepas doen om dichter bij hun vrijheid te komen.
Ondanks het luiden van de kerkklokken gaat een man op zondag vissen. De snoek die hij aan de lijn krijgt is zo sterk dat de man in het water valt en verdrinkt, als straf voor het verzuimen van de kerkgang.
Bij vreselijk weer bindt de schipper zich vast bij het roer. De knecht wordt bij de mast vastgebonden om voor de zeilen te zorgen. Ze verlieten Amsterdam voor de wind uit. Toen ze het Keteldiep binnenvoeren, konden ze de haringen uit het vooronder…
Mannen die 's nachts zijn gaan vissen en hun vangst in een zak hebben gedaan, horen een stem uit het water vragen waar iemand is, en het antwoord dat hij in een zak zit.
Het Witte Wijf met de zeegroene haren komt dagelijks over het water. Zij behoedt schepen voor de woedende zee en op haar bevel kunnen Wadden droog komen te liggen.