Een rijke ongelovige heer vreesde God noch gebod. Zijn meid wilde hem altijd bekeren, maar hij verklaarde haar voor gek. Toen de heer op een dag op het kerkhof wandelde, schopte hij tegen een doodshoofd en zei: "Ze zeggen dat er na de dood nog…
Een man die nooit naar de kerk ging, vroeg aan een vriend of hij mee wilde gaan naar een kruispunt waar de duivel zou verschijnen en hem veel geld zou geven. De vriend wilde dat in geen geval.
Omdat Kie M. geen boter meer kon maken, ging hij naar Tongerlo om wat water en zout te laten wijden. Hoewel de broeder beweerde dat de hekserij voor negenennegentig jaar was uitgeroeid, heeft hij het water en het zout toch gewijd. Daarna kon Kie M.…
De rovers van de bende van Pollet werden gearresteerd en onthoofd in Bethune. Vóór de terechtstelling mochten de rovers nog biechten. "Ik ga als laatste", zei Pollet, "als er een God bestaat, dan zullen we dat straks wel zien".
In de Zolderstraat in Otegem woonde een framasson die in God noch gebod geloofde en die altijd liep te vloeken. Toen de man op een dag terugkwam van het kasteel van Diesveld, kwamen er plots twee grijze heren uit het koren, die hem naar huis…
Een ongelovige boer die zijn oogst wilde binnenhalen, had een grotere schuur nodig en sloot daarom een pact met de duivel. De duivel moest klaar zijn met de nieuwe schuur vóór het eerste hanengekraai. De haan had echter te vroeg gekraaid, waardoor de…
Een smid die nergens bang voor was, werkte bij een andere smid in Sint-Joris-ten-Distel. Langs de Sint Joriskassei tussen Sint-Joris-ten-Distel en Knesselare woonden veel mensen die nooit naar de kerk gingen. Op een dag vroeg een geus aan de smid of…
Framassons kwamen bijeen op een donkere plaats waar de duivel verscheen en waar ze hun geloof moesten afzweren bij het kruis. Framassons hadden alles wat ze maar wensten en ze werden verwittigd wanneer het einde van hun leven nabij was.
In Avelgem…
In Roksem woonde een man die toverboeken bezat. Hoewel de echtgenote van die man bij de pastoor werkte, ging de man nooit naar de kerk. Door middel van zijn toverboeken, kon die man de duivel doen verschijnen en weer laten verdwijnen. Bij het raam…
In Nieuwenrode woonde vroeger een tovenaar die God noch gebod vreesde. Nadat die tovenaar bij een familie op bezoek was geweest, konden de mensen geen boter meer karnen. Een tijdje later werd de dochter van de boer ziek. De broer van het zieke meisje…
Toen Bakelandt op het schavot stond, vroeg de aalmoezenier hem of hij wilde biechten. Daarop antwoordde de rover: "Als er een God is, dan zal ik dat straks wel zien".
Framassons waren ongelovige mensen die de duivel aanbaden. Om te bewijzen dat ze God niet dienden, moesten ze een kruisbeeld vertrappelen. Tijdens hun leven hadden framassons een merkteken.
Wanneer ze op sterven lagen, riepen ze luid om een pastoor.…
In Vinkem woonde een ongelovige man die op zaterdag altijd bij de pastoor ging aanbellen nadat hij zich had laten scheren. Wanneer de meid van de pastoor ging opendoen, stond er niemand meer bij de deur. Op een dag had de pastoor de man aan de…
In 1904 of 1905 namen de zusters hun intrek in een klooster in Lanklaar. Ze wisten echter niet dat er vroeger een vrijdenker in dat huis had gewoond. Iedere nacht hoorden de zusters kettingen rammelen. Zelfs nadat de pastoor het huis had gezegend,…
Een rijke heer die een zondig leven leidde, had een streng gelovige dochter die in een tehuis was opgevoed. "Maar vader, ga je niet stoppen met zo te leven? Weet je dan niet wat je na je dood te wachten staat? Je zal naar de hel gaan!" De rijke…
Een boer ging op zaterdag altijd aanbellen bij de pastoor wanneer hij zich had laten scheren. Als de meid dan ging opendoen, was er niemand meer te zien. Op een dag toverde de pastoor de vervelende man vast aan de deurbel. De mensen die naar de mis…
In Ardooie woonde een ongelovige boer die nooit naar de kerk ging. 's Nachts liepen de paarden van de boer los op het erf en begonnen de kettingen van de ramen en deuren te rammelen. De boer liet een geestelijke komen, die vaststelde dat de schuld…
In het Vriebus woonde een kasteelheer die niet erg gelovig was. Kort na de dood van de kasteelheer hoorde men iedere nacht in de eikenboom een uil roepen. Duizenden mensen kwamen 's nachts naar de uil kijken en luisteren. Men vertelde dat het de…
Een man die omstreeks middernacht terugkwam van zijn werk op een veld in Aalbeke, zag bij de hoge brug niet ver van het kasteel een licht dat van het kruisbeeld in de richting van het kasteel bewoog. Toen de man voorbij het kasteel kwam, was het…
Een 'spiriet' uit Eksel kon geesten oproepen. Zo werd de knecht van burgemeester V. vaak opgeroepen. De dode kwam dan op de tafel kloppen. Wanneer er iemand aanwezig was die niet in geesten geloofde, dan lukte het niet. Op een dag was de invloed…
Polus was een man die God noch gebod kende. Omdat hij geen familie had, klopte Polus 's avonds vaak aan bij kennissen, waar hij dan een haring en een snede brood kreeg. Polus vertelde deze mensen dat hij vaak met de duivel sprak. Soms gebeurde het…
Een ongelovige man kreeg te kampen met een rattenplaag. In zijn huis zaten zoveel ratten dat de dieren zelfs op de tafel kropen om te eten. Pas na heel wat mooie woorden te hebben gesproken, slaagde de man erin de de ratten te laten weggaan langs het…