Een man die voor een tijdje als onderwijzer in Linde-Peer ging werken, hoorde in een café een oud vrouwtje over heksen praten. "Die bestaan toch niet!", zei de man, waarop het vrouwtje antwoordde: "O ja, toch wel!" Een tijdje later ging de man met…
In een café woonden ongelovige mensen die nooit naar de kerk gingen. Kort nadat één van die mensen zich in een put had verdronken, werd in het café een feest gehouden. 's Nachts werd het café kort en klein geslagen, hoewel er niemand te zien was. Men…
Een vrouw die nooit naar de kerk ging, besloot bij de buren een paasnagel te gaan vragen omdat haar zoon door de kwade hand was geraakt. Het was zelfs zo erg dat de zoon niet meer in het donker naar zijn werk durfde te gaan. De vrouw gaf een deel van…
Een pater uit Sint-Truiden was in de kerk aan het prediken over weerwolven, die hij omschreef als ongelovige mensen. Op dat moment gebeurde er een mirakel: er kwam een ongelovige man binnen, die vroeger een weerwolf was geweest maar nu verlost was.
In de Bosstraat in Maastricht woonde een familie die een kind had geadopteerd. Op zekere dag wilde het kind niet meer eten, waardoor het erg vermagerde. Omdat de dokter geen raad wist, vroeg men aan het kind wat er scheelde. Het kind antwoordde:…
Een moeder wiens zoontje ziek was geworden door toedoen van de kwade hand, kreeg van een vrouw een relikwie om onder haar deurmat te steken. Daardoor zouden geen heksen meer in het huis kunnen binnenkomen. Nadat de moeder de relikwie onder de mat had…
Tussen Mechelen en Opgrimbie was een plaats die 'de Geest' werd genoemd. Een smid die nooit naar de kerk ging en in niets geloofde, beweerde dat hij op een nacht tussen twaalf en één uur bij 'de Geest' een witte juffrouw had zien verschijnen. De…
Als men het lijk van een framasson in een doodskist had gelegd, kon het de volgende dag al verdwenen zijn. Na hun dood werden framassons immers door de duivel gehaald.
Framassons waren vooraanstaande personen die in ruil voor veel geld met de…
Een kasteelheer uit Kanne ging 's zondags niet naar de kerk. Hij reed liever per koets met zijn dochters naar Maastricht. Onderweg brak er echter een hevig onweer los. Door een grondverzakking werden de paardenkoets en de inzittenden onder de…
In Meise woonde een rijke framasson. Dat was iemand die niet in God geloofde. Wanneer de kinderen naar de kerk gingen, kregen ze van de man altijd wat geld. De framasson sprak dan lachend tot hen: "Jullie mogen je hand niet in het wijwatervat steken,…
Een moeder ging naar de pastoor met haar kind dat bijna volledig blind was. Toen de vrouw beweerde dat haar dochtertje betoverd was, sprak de pastoor tot haar: "Als je dat gelooft, dan ben je een ongelovige vrouw!" De pastoor las een gebed, waarna de…
Een vrouw die dacht dat ze behekst was, ging naar de paters van 'Gerardus Mazjella'. De vrouw was al bij verschillende dokters geweest, maar dat had niet geholpen. Het overlezen door de paters hielp echter ook niet, omdat de vrouw er niet in…
In Opgrimbie woonde een rijke man met een lange baard, die nooit naar de kerk ging. De man woonde in een vervallen huis dat uiteindelijk is afgebrand. Achter het huis van de man stond een vlierbessenstruik. Op een dag zagen twee jongens een duivel…
Een ongelovige man uit Houtave wandelde op een zondagavond naar huis, toen hij plots de waterduivel zag zitten. De waterduivel sleurde de man in het water, maar liet hem niet verdrinken. In werkelijkheid was de waterduivel een beer (mannelijk…
Tussen 1900 en 1920 woonden in Sint-Truiden twee oude heksen. V., de oudste onder hen, had de slechtste reputatie. Ze was bijzonder introvert en zocht alleen contact met de kinderen uit het dorp. Men vertelde dat sommige kinderen luizen hadden…
In Lissewege woonde een jonge kerel die niet in God geloofde. Toen de pastoor voorbijkwam naar iemand die de Laatste Sacramenten moest krijgen, lachte de kerel de geestelijke uit. Daarop zei de pastoor: "Pas jij maar op!" Toen de spotter de volgende…
Een kleermaker die duivel noch hel vreesde, was getrouwd met een brave vrouw. De man droeg altijd chique kleding en bruine schoenen, iets wat voor die tijd uitzonderlijk was. Met een mooie hoed, een mooi pak en een wandelstok ging de kleermaker naar…
Een man geloofde niet dat iemand verdwaald kon raken door toverij. Daarop antwoordde een vriend van hem, die het zelf had meegemaakt: "Wacht maar tot jij eens een hele nacht moet rondlopen!" Die nacht liep de man de hele tijd heen en weer in de…
Een boer die geen enkele meid of knecht in dienst kon houden, zei op een dag: "Ik wil nu een knecht hebben, ook al was het de duivel zelf". De boer kreeg een knecht met de naam Vlèrus. Die knecht ging naar alle kermissen en feesten, maar hij ging…
Jefke N. had een heks gezien, die 'Mie M.' werd genoemd. Wanneer de kinderen met de heks lachten, sprak Mie: "Lach maar niet! Jullie zouden beter bidden opdat jullie ook niet zo zouden worden!" Daarom vertelden de mensen dat een heks een ongelovige…
Op een zondag organiseerden enkele ongelovigen een stoet in plaats van naar de mis te gaan. "Wie dat georganiseerd heeft, zal zijn benen breken", zei de pastoor. Vier mannen braken inderdaad hun benen.
Een ongelovige boerin liet zich door een Duitse schaper veranderen in een paard. De schaapherder vloog op het paard naar Duitsland. De volgende ochtend stond de boerin in de stal met hoefijzers aan haar handen en voeten.
Een jongen zei in het bijzijn van een schoolmeester en een pastoor dat hij niet geloofde in spokerij. Daarop sprak de pastoor tot het kind: "Waarom zou dat niet bestaan? In de catechismus staat toch: 'Mag men bij waarzeggers en tovenaars te rade…