Enkele mannen die 's nachts de wacht moesten houden bij de was die lag te bleken, schrokken zich dood toen ze zagen hoe enkele hazen de mutsen op hun hoofd zetten en zo rondsprongen.
De familie G. liet het wasgoed altijd bleken op een kleine weide naast het huis. Op een dag kwam Trui V.G. langs en zei dat het wasgoed mooi schoon was. Toen de familie die avond het wasgoed wilde binnenhalen, zaten er wel vijftig padden op. Ze…
Enkele mensen hadden net het wasgoed op de bleekweide gelegd, toen er plots een hevige wind opstak. De varende vrouw nam het wasgoed op en gooide het met kronkelende bewegingen omhoog.
Jan B. was tot aan zijn huis gevolgd door enkele heksen terwijl Mieke de was had buiten gelegd om te bleken. In elk kledingstuk stond een zwarte hand gebrand.
De bokkenrijders gingen 's nachts tot in Maastricht de was stelen die lag te bleken. Op een dag had één van de rovers zijn broer uitgenodigd om een keer mee te gaan stelen met de bokkenrijders. Toen de man al een hele tijd op de bok had gezeten,…
Een ongetrouwde vrouw met drie kinderen werd ervan verdacht een heks te zijn. Op een dag had de heks haar kinderen bij iemand gelaten en gezegd: "Ik kom de kinderen straks halen". Omdat de heks maar niet kwam, besloot de vrouw de kinderen zelf naar…
Een man hield de wacht bij de was die lag te bleken. Toen er plots een weerwolf aankwam, vocht de man met een mestvork tegen het beest. De man werd doof door een verwonding die hij opliep tijdens het gevecht.
Wanneer de was buiten lag te bleken, hielden de mensen 's nachts de wacht opdat niemand de was zou komen stelen. Soms kwamen de 'knippers' - onzichtbare heksen - het linnen in duizend stukjes snijden.
Een vrouw had een gebaar gemaakt over het wasgoed dat buiten te bleken lag. Toen een kindje dat wasgoed aantrok, kreeg het 'de oude man'. Men deed een noveen voor het kind. Op de laatste dag van de noveen is het kind echter gestorven.
Op de Meiboom in Halle woonde een toveres die altijd 's nachts op pad was. Soms zat die toveres om middernacht op het veld waar de mensen hun wasgoed lieten bleken. De kinderen waren bang voor die toveres. Als men haar voorbijwandelde, moest men het…
De bokkenrijders van Wellen hadden bij de Paus de was gestolen toen die lag te bleken. Omdat de Paus hierdoor erg ontstemd was, droeg hij zijn overste op om alle bokkenrijders uit Wellen te verbranden.
Een knecht uit Kiewit moest met de kar de lakens van een vrouw vervoeren om ze te laten bleken. Omdat de knecht de lakens op elkaar had gelegd, was de vrouw boos en zei: "Wie mij dat heeft aangedaan, die zal ik straffen". Een tijdje later kreeg de…
In het klooster vlakbij Helmond werd een koorkleed met het H. Bloed doordrenkt. Ook deze bloedvlekken gingen er met geen mogelijkheid meer uit. Het was een wonder.
Eligius Aecker, kapelaan te Esch, stootte per ongeluk de kelk met het H. Bloed om. De witte wijn, die op de doeken vloeide, werd plotseling bloedkleurig. De bloedvlekken gingen er met geen mogelijkheid meer uit. Eligius verklaarde de doeken als een…
Dinsdag, elfde kapittel. Het vlas dat op zaterdag is blijven hangen aan de spinrokken en dat op maandag wordt gesponnen, zal nooit goed zijn en ook niet bleken.
Een vrouw biechtte bij de pastoor dat ze een wind van zes el had gelaten. Ze had namelijk zes el witgoed op de bleek liggen. Daar liep ze langs, terwijl ze aan een stuk door een wind liet.