Elke keer dat twee poepen wilden ophouden met maaien, hoorden ze de boer roepen: "Toe poep!" Ze gingen dan maar weer door, maar op het laatst konden ze niet meer. Ze zeiden tegen de boer dat ze het niet meer volhielden. Die legde toen uit dat hij…
Twee grappenmakers wilden de klokkenluider eens laten schrikken. Ze gingen op het kerkhof boven op elkaar staan, tegen de kerkmuur aan. Toen de klokkenluider voorbij kwam, zei hij dat hij er wel eens twee op elkaar had gezien, maar nog nooit drie.…
Twee mannen waren eens met de wagen onderweg, toen ze achtervolgd werden door een plaagbeest. Ze schopten het dier de sloot in, maar niet veel later liep het alweer naast hun. Opnieuw schopten ze het de sloot in, en daarna hebben ze hem niet meer…
De vader van een betoverd meisje ging naar Frânse Hinke, de duivelbanster. Hij kreeg een flesje drank mee en de waarschuwing niet om te kijken want dan zou het flesje breken. De eerste die in hun huis zou komen, zou het kind betoverd hebben. De…
Een boer moest geld ophalen in Leeuwarden. Toen hij in de schemering terug kwam, zag hij een paar mensen hem tegemoet komen. Voor de zekerheid verstopte hij zich onder een klein omgekeerd bootje. De twee mannen die aankwamen, gingen juist op dit…
Twee rovers wilden Sterke Hearke eens overvallen. Maar Hearke sloeg een van hen zo hard op de wang dat hij een wond had. Daar kon hij de volgende dag aan herkend worden, en opgepakt worden.
Twee zusjes hoorden op een nacht geluid bij de voordeur, zacht gepraat, en dat er iets voor hun bedstee geschoven werd. Een paar dagen later is hun broer verdronken. Toen ze zijn lijk brachten, praatten ze zachtjes, en de kist werd voor de bedstee…
Twee mannen waren op een nacht onderweg, toen ze achtervolgd werden door een grote, zwarte hond. Ze schopten hem een paar keer in het water. De derde keer dat dit gebeurde, sloegen de paarden voor de wagen op hol.
Bij een boer lagen altijd twee Sint-Bernardhonden op het erf aan weerszijden van het bruggetje. Toen de boer er al lang niet meer woonde en de dieren al lang dood waren, zagen de mensen nog steeds die twee honden liggen.
Een man kwam eens bij het huis van Sterke Hearke om een wedstrijdje tillen te doen. Maar Hearke was niet thuis, en zijn dochter Rixt wees een steen aan. Ze zei dat zij er daarvan een kon optillen, en Hearke twee. Toen is de man maar snel naar huis…
Twee vrouwen hoorden op een avond een stem uit het water komen: "De tijd is gekomen, maar de man is er nog niet." Toen kwam er iemand op een paard die het water in reed en verdronk.
Een man vertelde eens dat hij op het land een aardappel had gevonden met drie konijnen erin. Maar de ander vertelde dat hij laatst een snoek had gevangen met een kunstgebit.
Een boer kwam eens terug van de markt, waar hij zijn koe had verkocht. Toen hij onderweg opeens stemmen hoorde, verstopte hij zich snel onder een bootje, want hij was bang van zijn geld beroofd te worden. Hij hoorde dat de twee pratende mannen…
Twee broers wandelden elke dag met een stok in hun hand. Een van hen was klein, maar zo sterk dat hij een houten mestschop met mest met een hand kon uitsteken.
Twee jongens hadden eens ruzie om Rixt, de dochter van Sterke Hearke. De politie kwam tussenbeide, maar Rixt smeet de agenten over de banken. Tijdens de rechtszaak werd ze vrijgesproken.
Twee mannen vroegen een ploeger eens waar Sterke Hearke woonde. De arbeider tilde de ploeg op en wees ermee rechtuit en zei: "Kijk, daar woont hij, en hier staat hij."
Twee broers kwamen eens dronken uit de kroeg. Ze liepen te vloeken en tieren. De ene noemde daarbij ook twee keer de naam van de duivel. Opeens viel er iets uit de lucht vallen, bovenop hem. Dit gebeurde nog zes keer. De ander stond even vanachter…
Een man moest er elke nacht uit. Dan kwamen er twee mannen bij hem lopen. De ene nam hem bij de arm, de ander liep achter hem. De ene wilde de man elke keer verdrinken, maar de sterkste zei altijd 'niet doen'.