Een boer kwam eens met een zak geld terug toen hij iets verkocht had. Op de terugweg zag hij twee mannen aankomen. Hij vertrouwde het niet, en verstopte zich onder een omgekeerde boot. De twee mannen waren zijn eigen arbeiders. Ze gingen op de…
Twee siamese tweelingbroers zaten met de ruggen aan elkaar vast. Ze maakten ruzie op straat. Een oude man vroeg waarom ze zo'n ruzie maakten. De twee moesten altijd alles samen doen, maar ze wilden vaak allebei iets anders. Daarom waren ze nogal…
Twee vrouwen kregen eens een doodskleed op schoot, zonder dat ze iemand zagen. Wel hoorden ze een stem zeggen, dat het te lang was. De vrouwen hebben het afgeknipt en weer omzoomd, en sindsdien is het spook nooit meer teruggekomen.
Twee poepen kwamen er eens achter dat ze de bindstok waren vergeten. Ze laadden de hooi op de wagen en ze besloten dat een van hen als bindstok zou fungeren. Ze deden het touw om zijn benen en zijn hoofd. Ze spraken af dat als het niet meer zou gaan,…
Twee mannen met een grote korf met een doek eroverheen, kwamen eens bij een boer. Ze vroegen of de korf een nacht in het achterhuis mocht staan. De volgende dag zouden ze hem weer op komen halen. Dat was goed. Toen zag de boer dat de korf wat bewoog.…
Een man zag eens twee nachtmerries in een boterkan over het water komen. Ze kwamen aan wal en trokken zonder vaartuigje verder. De man verstopte de boterkan en wachtte tot de nachtmerries terugkwamen. Toen ze hun bootje niet konden vinden, begonnen…
Een jongen zou zijn twee broers, die samen in een bedstee sliepen, wakker maken. Maar hij zag er niet twee, maar drie liggen. Toen hij even later terugkwam, lagen er weer twee, en pas toen heeft hij ze wakker gemaakt.
's Nachts was er altijd iets op het kerkhof, en de dominee wilde wel eens weten wat dat toch was. Toen hij ging kijken, zag hij een persoon bovenop een ander staan, tegen de muur aan. Hij zei: "Ik heb wel eens iemand op een ander zien staan, maar ik…
Een man had eens honger en geen geld. Bij een bakker bestelde hij brood, en dit deed hij in zijn zak. Toen hij moest betalen, liet hij zijn broek zakken en hij zei: "Zeg bakker, waar is je kakhuis? En anders schijt ik in het bakhuis." De bakker…
De vader van een ziek kind ging eens naar Wopke, de duivelbanner. Op de terugweg ging hij door een weiland heen. Alle beesten kwamen hem achterna, en hij kwam in de sloot terecht. Thuisgekomen nam het kind wat van het drankje dat Wopke had…
Twee mannen wilden eens een dominee ombrengen. Ze lieten hem bij een zieke roepen, en wachtten hem op onder een bruggetje. Maar toen de dominee aan kwam, was hij niet alleen, aan weerskanten van hem liepen nog twee personen. Toen durfden de mannen…
Twee broers kregen eens ruzie omdat ze beiden beweerden dat een vogel voor hen zong. Er kwam een rechtzaak. Daarin werd besloten dat de vogel voor de advocaat had gezongen.
Twee mannen kwamen eens terug met een kar, toen ze de kar opeens niet meer aan het rijden konden krijgen. Ze bleven overnachten bij een boer en de volgende dag reed de kar weer gewoon.
Twee vrouwen liepen rond middernacht eens over de weg, toen ze opeens werden opgetild en op een hele andere plek weer terecht kwamen. Ze dachten dat het een lijkstoet geweest was.
Twee broers waren vreselijke vloekers. Op een avond kwamen ze eens samen uit de kroeg en gingen elk een andere kant uit. Een van hen werd onderweg door de duivel een paar keer in de sloot gegooid.
Twee reuzen waren hard aan het graven. Ze kwamen bij een dorp en zeiden: "We zijn er zomaar." Toen kreeg dat dorp de naam Sumar. Een eind verder zagen ze een kerktoren. Daar gingen ze tegen aan staan en ze zeiden: "Ik ben moe [warch]." Toen kreeg dat…
Twee mannen hadden eens wat gedronken in de kroeg en waren onderweg naar huis. Op het meer lag maar een dun laagje ijs, er kon nog geen vogel over. Toch liepen de mannen opeens aan de andere kant van het water.
Een man zag in de vroege ochtend eens een klein, zwart mannetje met een hoge hoed bij hem voorbij lopen. Toen de man achterom keek, was het mannetje verdwenen en liep er een zwarte hond.
Twee mannen in een bootje zagen eens iets wits over het spoor van Westereinde heen en weer lopen. Toen ze het met hun riem wilden slaan, was het opeens verdwenen.