Ondergronds in de kolenmijnen heb je allerlei geluiden, zoals het gekraak van houten stutten. Daar komt het idee van de berggeest vandaan. Kompels haalden grappen met elkaar uit en maakten elkaar bang met de berggeest. Collegialiteit was belangrijk…
De kolenmijnen zijn iets typisch Limburgs en je moet er eigenlijk ook over vertellen in Limburgs dialect, bijvoorbeeld over de mijngeest of berggeest of koelgeest.
Je was pas een echte mijnwerkers wanneer je de koelstamp had gehad. Je moest op de…
Geuren konden zicht ondergronds in de smalle gangen van de kolenmijnen snel en ver verspreiden, mede door het ventilatiesysteem. Geuren, prettige en minder prettige, bleven ook lang hangen.
In de kolenmijnen werden wel dieren aangetroffen, maar die kwamen altijd van bovengronds, bijvoorbeeld een jonge merel die tussen het hout was gevallen. In sommige, minder diepe mijnen zaten muizen en ratten. Ook muggen en vliegen kwamen voor in de…
Onder de grond in de kolenmijn had je geen besef van tijd en van het weer bovengronds. Mijnwerkers die na hun dienst naar boven gingen met de lift wilden altijd graag weten wat voor weer het boven was. En eenmaal boven draaiden velen zich even om…
Een kolenlaag bevatte, naast steenkool, ook steen. Per laag werd bepaald hoeveel stenen je per wagen kolen naar boven mocht sturen. Bleef je daar onder dan kreeg je steenpremie, kwam je erboven dan kreeg je een steenboete.
Eén chef in de kolenmijn…
Na het werk in de kolenmijn ging je naar het melkhuisje. In de tijd van verteller werd er niet meer zoveel melk gedronken, maar at je er een zure haring. Als het werk heel goed was gegaan kocht je er een flesje spuitwater, Noca Nola, bij.
In de kolenmijn kon het een spelletje zijn om bijvoorbeeld iemands appel te pikken. Meestal verliepen dat soort spelletjes in kameraadschappelijke sfeer. Met elkaar delen was heel gebruikelijk. Je moest daar echter geen misbruik van maken, want dan…
Verteller spreekt over ontgroening in de mijnen, de koelstamp, en grappen die mijnwerkers met elkaar uithaalden. Ook de paarden werden voor de gek gehouden.
De kolenmijn was een ondergrondse wereld waarin alles bijzonder vreemd was voor degenen die voor het eerst beneden kwamen. Mijnwerkers waren eraan gewend; het was hun wereld.
Omdat het gebed van Keizer Karel bijzonder krachtig was, namen twee jonge soldaten het mee tijdens de oorlog. De ene broer was zijn gebed echter kwijtgeraakt, waarop de andere voorstelde om het zijne over te schrijven. De broer weigerde echter, omdat…
Een man raakte 's nachts verdwaald omdat hij behekst was. Pas de volgende ochtend kon de man zich weer oriënteren: hij was bij de werkplaatsen van de mijn aanbeland.
Een man uit Sluizen werkte in de steenkoolmijn in Luik. Omdat de man voelde dat hij in een weerwolf moest veranderen, haastte hij zich snel naar huis om zijn dierenvel te halen. Toen de man met zijn vriendin ging wandelen, vroeg hij haar om…
Op Terlocht werkte een knecht die voor weerwolf moest spelen. Op een dag stuurde men de knecht naar Luik om steenkool te gaan kopen. Ondertussen haalde men de halsband van de knecht uit een eik om die te verbranden. Toen de halsband vuur vatte,…
Selm werkte in de mijn in Luik. Op een dag kwam Selm een waarzegster tegen, van wie hij een toverboek kreeg. Selm probeerde wel twintig keer om het boek kwijt te raken, maar dat lukte hem niet.
De alvermannetjes zijn weggegaan uit de Kempen omdat ze het luiden van de kerkklokken niet konden verdragen. Daarna kwamen de alvermannetjes naar de steenkoolmijnen; daar werkten immers ook kleine zwarte mannetjes.
Een meisje was betoverd door een vrouw uit de buurt. Telkens wanneer haar broer terugkwam van de steenkoolmijn, zag het meisje de toveres bij het raam staan. Haar vader kon de toveres echter niet zien. Het meisje werd uiteindelijk zo bang dat ze drie…
Enkele mannen kwamen 's nachts terug van hun werk in de steenkoolmijn, toen één van de mannen plots zei: "Ik kan niet meer verder. Waar komen nu toch al die schapen vandaan?" De andere mannen zagen de spookschapen niet.
Een man uit Diepenbeek ging samen met zijn broer in de steenkoolmijn van Herstal werken om een halve frank per dag meer te verdienen. In een nauwe gang van de mijn hadden enkele Waalse mijnwerkers een witte juffrouw gezien.