Een man uit Staden had ergens een boek gekocht. Toen de man tijdens het weven een tijdje in het boek had gelezen, verschenen er allemaal duivels. Als de man die duivels geen werk gaf, werd hij in de tertenput (1) gegooid.
Een wever beweerde dat hij met de duivel omging en dat hij al in de hel was geweest. Omdat de man over bijzondere krachten beschikte, kon hij uitzonderlijk goed weven.
De man woonde in een tweewoonst. Toen hij ruzie had met zijn buur, zei de wever:…
Bij Harie V.P. had men veel ongeluk; de dieren gingen allemaal dood en men kon geen boter meer maken. Op aanraden van de paters ging de familie op bedevaart. Daarna kwam de pater de plaaggeest verbannen. Met een koord werd de geest naar het bos…
Op de plaats waar het kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Ruste werd gebouwd, spookte het vroeger. 's Nachts hoorde men daar de weefgetouwen altijd draaien, hoewel er niemand aan het werk was. Toen men dat kapelletje daar had gebouwd, kwam er een…
In een weverij had men van de ene dag op de andere te kampen met een plaag van witte muizen. Merkwaardig genoeg slaagde men er op geen enkele manier in de muizen te vangen.
In de weefschool bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Rust spookte het. 's Nachts liepen daar katten over de weefgetouwen. Wat men ook deed, men kon de katten niet vangen of raken.
In het blauw kasteel bij het station van Aalbeke werkte een weefster die 's nachts moest doorwerken omdat ze een stuk stof moest afwerken tegen de volgende dag. Tussen middernacht en één uur hoorde de vrouw schapen blaten en een hond blaffen. De…
Een wever die 's ochtends naar zijn weefkamer ging, zag een dood kalf in een put liggen. Daarop liep de man weg. Toen de man terugkwam, was het kalf uit de put verdwenen.
Men gooide een klos garen in het gezicht van een wever die aan het weven was. Men geloofde namelijk dat die wever een weerwolf was, omdat hij een baard en tanden had.
Een man die in een huis in Deerlijk zat te weven, zag altijd een lichtje dat bij het raam heen en weer bewoog. De man geloofde dat dat lichtje de ziel van de vroegere bewoner van het huis was.
In Anzegem woonde een wever die voor een groot bedrijf werkte. Op zekere dag kwam een vertegenwoordiger van dat bedrijf zeggen dat een bepaald stuk stof dringend moest worden afgewerkt. Hoewel de wever nog niet aan die stof was begonnen, zei hij:…
In de Hoverik en op de Fransberg in Ham leefden kabotermennekes. In Gerhees en in Langeven waren geen dwergjes omdat de wevers daar teveel lawaai maakten.
Langs de Steenweg naar Ninove stonden twee huizen waarin een vrouw woonde. In die huizen kon men het weefgetouw 's nachts horen werken, hoewel de vrouw sliep.
Omdat de buren bang waren, gingen ze naar de paters van Affligem.
Een wever had zijn geld verborgen aan de voet van het weefgetouw dat in een put stond. Na de dood van de man begon het weefgetouw 's nachts vanzelf te weven. 's Ochtends was er niets meer te zien. Na enkele maanden vond men het geld dat onder het…
Bij het Kapelletje ter Ruste spookte het vroeger. 's Nachts hoorde men daar geluiden alsof er iemand zat te weven. Wanneer men ging kijken, was er echter niets te zien.
Een man had de gewoonte om tot middernacht te weven bij het licht van een olielamp. Op zeker ogenblik doofde het licht altijd, hoewel er nog voldoende olie in de lamp was. Onder het dak van het huis vond men een geldbeugel. Toen men het geld had…
In Breda (Rollegem) woonde een wever die altijd een zoutbak hoorde vallen wanneer hij 's nachts zat te weven. Omdat de wever bang was, verhuisde hij. Op de plaats waar de wever het geluid had gehoord, heeft een boer later bij het afbreken van de…
Tijdens de Advent kon men weerwolven ontmoeten.
Een jongen die in de weverij van Marke werkte, kwam iedere zaterdag om twaalf uur naar huis. De moeder ging haar zoon altijd ophalen. Op een zaterdag kwam de moeder haar zoon echter niet tegen. Ze…
Toedemes waren bijeenkomsten van meisjes onder elkaar, gehouden in boerderijen. Soms was er een bijeenkomst om een proefwerk te tonen. De meisjes moesten ook linnen spinnen, dat ze bij haar bruiloft als betaling in natura meekreeg. Een spinninge was…
Bij de verteller thuis moet na het avondeten de draad van de mattenwever altijd slap gezet worden. Als de draad gespannen blijft, hoor je het weven de hele nacht doorgaan.
Een ijdele keizer pronkt graag met zijn mooie kleren. Op een dag komen er twee oplichters die zich uitgeven voor kleermakers. Zij zeggen een speciale stof te kunnen weven, die zo mooi en bijzonder is dat deze onzichtbaar is voor mensen die dom zijn…