Tussen Oostnieuwkerke en Sleihage stond een boerderij waar vreemde dingen gebeurden. Om negen uur 's avonds begonnen de honden er te blaffen. De koeien stonden achterstevoren in de stal en de paarden klommen (?) naar hun ruif. 's Ochtends was er…
Op een boerderij gebeurden vreemde dingen. Het kindje dat in zijn wieg lag, werd 's nachts door een vreemde kracht geduwd. Men hoorde de aalpomp werken en de koeien aan hun kettingen trekken. Wanneer men ging kijken, was er vreemd genoeg niets te…
Een framasson die zich wilde bekeren, werd met veel moeite door enkele mensen naar de kerk gesleept. In de kerk zat de framasson de hele tijd te schuifelen op zijn stoel. De pastoor durfde niet om te kijken omdat hij ervan overtuigd was dat zijn nek…
Een vrouw die geloofde dat haar kinderen behekst waren, liet de pastoor komen. De pastoor beweerde dat hij de heks tijdens de consecratie in de Kerkesteeg kon zien.
Op een huwelijksplechtigheid waren twee mannen aanwezig, die een fles wijn in hun jas hadden gestopt. Toen de pastoor tijdens de consecratie wijn dronk, dronken de mannen stiekem van hun fles. Men vertelt dat de mannen daardoor zijn uitgedroogd.
Tijdens de consecratie lagen de heksen in de kerk met hun rug naar het altaar. Wanneer de misdienaar op dat ogenblik achterom durfde te kijken, kon hij de heksen herkennen.
Een jongen had voor de grap een muis in een luciferdoosje meegenomen naar de kerk. Om de meisjes bang te maken, liet de jongen de muis tijdens de mis lopen. Tot overmaat van ramp liep het dier tijdens de consecratie naar het altaar. De jongen die de…
De pastoor wist dat in Alveringem zeven toveressen woonden. Een visser die een boot in Fortem had, moest iedere dag zeven mesthopen uit zijn vaartuig scheppen. Om te weten te komen wie de schuldige was, besloot de visser op een nacht de wacht te…
Waar nu het dorpje Gotem ligt, was vroeger een groot bos, dat men het Appelarenbos noemde. Iedereen wist dat in het Appelarenbos geesten ronddwaalden. De grote geest Mjas was hun meester. Er werd verteld dat de geesten 's nachts uit het bos…
Wie tijdens de consecratie achteromkeek, kon mensen die de kwade hand hadden of die met de duivel omgingen, met hun rug naar het tabernakel zien zitten.
Een man besloot zelfmoord te plegen door van een brug te springen. Toen de man bijna bij het water was, kreeg hij echter berouw. Na zijn dood geloofden de mensen dat de man verdoemd was en dat het niet veel zin had om missen voor hem te doen. …
Om te weten te komen of er een toveres in de kerk zat, moest men tijdens de consecratie achteraan in de kerk gaan staan. Men moest dan een trouwring voor zijn ogen houden. In de weerspiegeling aan de binnenkant van de ring kon men dan een vrouw zien…
Tijdens de consecratie zag de pastoor dat de heksen die in de kerk aanwezig waren, met hun rug naar het altaar stonden. Hij mocht dat echter aan niemand zeggen.
Enkele mensen die in het bos gingen melken, waren bang omdat ze altijd door een witte vrouw werden gevolgd. Omdat de pastoor geen hulp kon bieden, gingen de mensen op bedevaart naar Scherpenheuvel. De witte vrouw volgde hen tot aan de kerk. …
Een vrouw uit Schraveneke had elf kinderen. Ieder jaar kwamen de Arme Klaren bij haar een aalmoes vragen. Bij één van hun bezoeken zeiden de nonnetjes: "Is dat hetzelfde kindje van vorig jaar?" Het jongste dochtertje van de vrouw was helemaal niet…
Een jongen was op de Daasberg aan het ploegen. 's Middags vroeg een boer aan de jongen: "Zeg, wat voor een leeghanger liep daar de hele tijd achter je aan?" De jongen had echter niemand gezien. Toen de volgende dag weer hetzelfde gebeurde,…
Om te weten of er heksen in de kerk zaten, moest men tijdens de consecratie goed kijken wanneer de pastoor zich omdraaide en zijn ogen sloot. Als men dicht genoeg bij het altaar zat, kon men aan het gezicht van de pastoor zien waar de heksen zaten.