In 1899 kreeg de vrederechter van Poperinge een decoratie van Leopold II. Toen koning aan de man vroeg: "Wie ben jij?", antwoordde de vrederechter: "Ik ben van Poperinge". De koning gaf toe dat hij daar nog nooit was geweest, waarop één van de…
Een man uit Pepingen ging 's avonds naar Kestergat. Onderweg werd de man opgeschrikt door een grapjas die zich met een wit laken en een ketting als spook had verkleed.
Enkele mannen geloofden dat ze in de verte de vuurman zagen. Toen één van de mannen zei: "Kom, we gaan eens kijken wat dat is", trok het hele gezelschap het veld in. Wat verderop stonden enkele holle eiken waarin gedroogd onkruid zat, dat iemand…
Bij de Klokkeput spookte het. Iedere maandag en woensdag kwam daar een spook zingen: "Maandag, dinsdag, woensdag,..." Wanneer voorbijgangers voor de grap de dagen van de week door elkaar haalden en bijvoorbeeld zeiden: "Woensdag, dinsdag,…
In Nieuwenrode woonde vroeger een tovenaar met een lange baard. De man beweerde nochtans dat hij niet méér kon dan iemand anders. Op zekere dag sprak iemand tot de man: "Als jij een tovenaar bent, bak mij dan eens voor vijf of tien centiemen een…
Een zekere "Mures" stak een lampje op een stok en liep zo door het veld om de mensen bang te maken. Na een paar dagen gingen enkele moedigen de man aftroeven.
Op een dag zei Tuur dat hij van op het dak van zijn huis zou vliegen tot op het dak van de schuur. De mensen uit de buurt mochten allemaal komen kijken in ruil voor wat geld. Omstreeks half vier werden de mensen ongeduldig. Tuur wachtte nog even,…
Dirk R. uit Neeroeteren beschikte over bijzondere krachten. Niemand kon maaien zoals hij. Toen één van de knechten een bol staalwol in het gras had verborgen om Dirk voor de gek te houden, maaide de sterke knecht er gewoon doorheen met de woorden:…
Enkele jongens daagden een vriend uit om in Hern-St.-Hubert een fles jenever te gaan halen. Hoewel men vertelde dat er een spook langs die weg zat, nam de vriend de uitdaging aan. Zodra de dappere jongen vertrokken was, ging één van zijn vrienden…
Een boer zat bij valavond nog als enige in het veld te wroeten. Omdat de andere boeren vreesden dat hij misschien iets van hun veld zou stelen, besloten ze de boer bang te maken. Twee boeren sloegen een laken om zich heen en liepen met zaaiende…
Zjengske ging een vriend opzoeken in het kasteel in Stein, dat 'Bij den Alfen' werd genoemd. Op de terugweg werd Zjengske besprongen door een vriend van hem, die zich als weerwolf had verkleed. Die vriend had zich maar honderd meter willen laten…
Een echtpaar had tijdens de zomer een boerderij gehuurd, waar veel geld verborgen lag. De halfbroer van de man wilde het huis echter zelf bewonen en was bereid om voor de man een andere boerderij te zoeken. De man weigerde echter omdat hij en zijn…
Twee mannen reden op een avond bij schemerdonker met een oude fiets naar huis. Wanneer de mensen de fietsbel hoorden, openden ze hun deuren omdat ze geloofden dat er een berechting was. Ze knielden dan tot ze de twee mannen zagen en riepen: "Jullie…
Een man uit Rutten had zijn ziel verkocht aan de duivel. Toen zijn tijd om was, besloot de man de duivel beet te nemen. Hij gooide tien kilo koolzaad over een hoop mutsaarden van hagedoorns. De duivel kreeg de opdracht om alle bolletjes koolzaad…
Een visser had tijdens een storm beloofd dat hij een grote kaars naar het kapelletje van Bredene zou brengen als hij veilig mocht thuiskomen. Toen de visser thuis was, besloot hij uit gierigheid toch maar een klein kaarsje te laten branden. Eén van…
Een man die op het Paumeshof woonde, ging 's avonds vaak met vrienden in Maaseik op café. Toen de man naar huis ging, hoorde hij in het veld kettingen rammelen. Even later sprong er iemand in zijn nek, die zich liet dragen. Het waren vrienden van…
Minus L. moest 's avonds het kasteel van H. bewaken. Minus hing een laken over een stoel, zodat de mensen zouden denken dat er een spook zat. Soms ging hij met twee kaarsen voor het raam staan.
Omdat de mensen geloofden dat het spookte in de…
Een jongeman uit Vliermaal die naar zijn vriendin ging, werd bij zijn vertrek gewaarschuwd voor een grote hond met kettingen. Onderweg werd de jongeman aangevallen door de hond. Na een lange vechtpartij, slaagde de jongen erin het dier te…
Een man te paard kijkt het huis van Uilenspiegel in en vraagt wie er thuis is. De jonge Uilenspiegel antwoordt: anderhalve man en een paardenkop. Hierna vraagt de man naar zijn ouders, en hij vraagt de weg. Uilenspiegel laat hem de ganzen volgen.